Volley

Onderwerp: Arbeid en energie

vwo, arbeid en energie, examenniveau, 10 min

Opgave

Anne springt tijdens het volleyen omhoog.
Anne heeft een massa van 45 kg.
Tijdens de sprong brengt zij haar zwaartepunt 50 cm omhoog in 0,3 s.

a) Bereken het tijdens deze sprong door Anne geleverde vermogen.
b) Bereken de kracht die Anne moet uitoefenen op de vloer om zichzelf een versnelling van 2,0 m/s2 te geven.

In rust ontwikkelt Anne een vermogen van 100 W. Dat is nodig voor de levensfuncties zoals ademen, bloedsomloop en temperatuurbeheersing van het lichaam. Zij voorziet in haar energie door suikers te ‘verbranden’ met een rendement van 28%. De verbrandingswarmte van deze suikers is 16,50 kJ/g.

c) Bereken hoeveel gram suikers er in 24 uur door haar worden verbrand als alle energie daarvandaan zou komen en het ontwikkelde vermogen constant 100 W is.