Onderzoekers hebben ontdekt dat de larven van een bepaalde kever zeer hoog kunnen springen in verhouding tot hun lengte. John en Imani onderzoeken dit. Van een sprong is een stroboscopische foto gemaakt. Zie figuur 1. De larve is zes keer gefotografeerd tijdens de sprong. Het zwaartepunt Z van de larve is in ieder beeld aangegeven.
Deze figuur 1 is gemaakt met een camera die 132 foto’s per seconde maakt.
a. Bepaal met behulp van de figuur op de uitwerkbijlage de gemiddelde snelheid van de larve tussen het moment van loskomen van de grond (1) en het bereiken van het hoogste punt (6). Noteer je antwoord in twee significante cijfers.
Er zijn 5 beeldovergangen. Hieruit volgt voor de tijd:
inzicht dat |
1 punt |
bepalen van |
1 punt |
gebruik van |
1 punt |
completeren van de bepaling en significantie | 1 punt |
Imani maakt een (v,t)-diagram van de snelheid tijdens het begin van de sprong. Het resultaat staat in figuur 2.
Imani wil met behulp van het diagram het vermogen van de larve gaan
bepalen. Hiervoor heeft ze de gemiddelde resulterende kracht
b. Leg met behulp van de figuur op de uitwerkbijlage uit hoe Imani deze afstand heeft bepaald. Laat in de figuur zien hoe Imani aan haar antwoord komt. Je hoeft deze bepaling niet uit te voeren.
Door de oppervlakte onder de grafiek te bepalen tot het moment dat de snelheid weer gaat afnemen.
inzicht dat de oppervlakte onder de grafiek bepaald moet worden | 1 punt |
in de grafiek markeren van de oppervlakte tussen de oorsprong en het bereiken van het maximum van de grafiek |
1 punt |
Imani heeft de afzetafstand bepaald op 0,72 mm. De massa van deze
soort larve is
c. Toon dit aan met figuur 2 en de relatie tussen arbeid en kinetische energie.
Er geldt:
gebruik van |
1 punt |
bepalen van |
1 punt |
completeren van de bepaling | 1 punt |
John verwaarloost de zwaartekracht ten opzichte van de afzetkracht. Dus hij gebruikt
d.Voer de volgende opdrachten uit:
i) Bepaal met behulp van de figuur op de uitwerkbijlage(figuur 2) maximale versnelling tijdens de afzet. Laat in de figuur zien hoe je aan je antwoord komt. Noteer je antwoord in twee significante cijfers.
Er geldt:
tekenen van een raaklijn in het steilste deel van de grafiek | 1 punt |
gebruik van |
1 punt |
ii) Bereken tijdens de afzet.
Hieruit volgt:
gebruik van |
1 punt |
iii) Toon aan dat de larve zich binnen de marge van John volgens het
model van een veer gedraagt.
Volgens het model geldt:
inzicht dat |
1 punt |
completeren van bepaling en berekeningen en significantie | 1 punt |
Tot slot willen John en Imani het specifieke vermogen van een mens en van een larve tijdens een verticale sprong vergelijken. Het specifieke vermogen
e. Bereken hoeveel keer zo groot van de larve is tijdens de afzet ten opzichte van van een mens.
De larve levert een (gemiddeld) vermogen van
gebruik van |
1 punt |
inzicht dat |
1 punt |
inzicht dat |
1 punt |
completeren van de berekening | 1 punt |