In steeds meer steden wordt de maximumsnelheid verlaagd van 50 naar 30 kilometer per uur. Dat zou de verkeersveiligheid ten goede komen. De autoredactie van de Gelderlander onderzoekt of die bewering klopt. In de krant van 5 januari 2024 staat een verslag van een remtest met drie auto’s op het circuit van de Rijksdienst voor het Wegverkeer in Lelystad: een vrachtwagen (DAF XF), een populaire leaseauto (Tesla Model 3) en een zware SUV (Jeep Wrangler Rubicon).
De eerste remproef wordt uitgevoerd met de DAF. Het gevaarte van zestienduizend kilogram komt aanrijden met 30 km/h en staat na 7,9 meter stil.
a) Schets het (v,t)-diagram (neem aan dat de versnelling eenparig is)
Zie figuur 1:
b) Bepaal de remtijd met behulp van het diagram en de remweg.
De oppervlakte A onder het (v,t)-diagram is de afgelegde remweg.
De beginsnelheid v = 30 km/h = 8,33 m/s. De remtijd is t.
A = 7,9 m en A = ½ · v · t
→ 7,9 = ½ · 8,33 · t
→ t = 1,90 s
c) Bereken de remvertraging.
a = Δv/Δt = 8,33 / 1,90 = 4,38 m/s2.
Vervolgens wordt de remweg bepaald als de snelheid 50 km/h is. De testinspecteur zegt: “Nu staat hij pas na 15 meter stil. Echt iets om bij stil te staan zodra je achter het stuur stapt.”
d) Laat met een berekening zien dat deze uitkomst niet klopt met wat je zou verwachten als de gemiddelde remvertraging dezelfde is als bij 30 km/h.
De snelheid is 50/30 = 1,67 keer zo groot. Bij dezelfde remvertraging is de remtijd dus ook 1,67 keer zo groot. In het (v,t)-diagram is dus de beginsnelheid (verticale as) 1,67 keer zo groot en ook de remtijd (horizontale as) is 1,67 keer zo groot. De oppervlakte A onder het diagram is dan (1,67)2 = 2,79 keer zo groot. Dus A = 2,79 · 8 = 22,3 m.
Dat is veel meer dan de 15 meter die volgens de krant in de test gemeten wordt.
e) Welke conclusie trek je daaruit?
De remweg van de DAF bij 50 km/h is kleiner dan verwacht. Dus de remvertraging is groter bij een beginsnelheid van 50 km/h dan bij 30 km/h. (Dat kan alleen maar betekenen dat de remvertraging niet constant is. Dus de aanname dat deze eenparig is niet terecht.)
De Tesla is minder zwaar, volgens de krant 1700 kilogram. Bij 30 km/h blijkt de remweg 6,77 m te zijn; bij 50 km/h is het 12,2 m.
f) Bereken de remkracht die op de Tesla werkt bij 50 km/h.
F = ma. We berekenen eerst a.
De remvertraging berekenen we op dezelfde manier als bij vraag b en c.
A = 12,2 m en A = ½ · 13,9 · t → t = 1,76 s
a = Δv/Δt = 13,9 / 1,76 = 7,90 m/s2
F = ma = 1700 · 7,90 = 1,4 . 104 N
De krant schrijft dat onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek aantoont dat het verkeer de laatste jaren minder veilig is geworden. In 2022 lag het aantal verkeersdoden 27 procent hoger dan een jaar eerder, waarbij met name oudere fietsers vaker dodelijk geraakt worden. Steeds meer steden besluiten over te gaan op een maximumsnelheid van 30 km/h.
g) Leg uit waarom dat de verkeersveiligheid ten goede komt.
De remweg is in het stadsverkeer van belang als er een gevaarlijke situatie dreigt, bijvoorbeeld een plotseling overstekend kind. Hoe eerder het voertuig tot stilstand komt, hoe beter. Wat dat betreft maakt het niet uit of het om een personenauto gaat of om een vrachtauto. Je wilt gewoon niet dat er een botsing optreedt. De remweg is bij 30 km/h aanzienlijk korter dan bij 50 km/h. Dus is 30 km/h veiliger.
Over de uitkomsten van de test bij de Jeep kunnen we kort zijn. De krant schrijft: “En dan nummer drie: een hoge, zware SUV, niet het type auto dat je graag tegenkomt als fietser of voetganger, 2400 kilo schoon aan de haak en voorzien van enorme terreinbanden. Het loopt goed af, maar in plaats van 7,9 meter heeft de Jeep bijna 15 meter nodig om tot stilstand te komen. ”
h) Noem nog een andere reden waarom een fietser in het stadsverkeer meer te vrezen heeft van deze Jeep dan van de Tesla.
Uit de tests blijkt dat de remweg bij 50 km/h ongeveer twee keer zo lang is als bij 30 km/h. Het maakt nogal wat uit of een auto in vijftien meter tot stilstand komt of in acht meter. (Dit was de uitkomst bij de DAF-truck; bij de Tesla-personenauto was het van dezelfde orde van grootte.)
In deze tests is alleen gekeken naar het remmen van de voertuigen. Maar in het verkeer heb je ook nog met iets anders te maken. Dat is de chauffeur. Vooral in de stad is het risico groot dat er iets onverwachts gebeurt. Misschien moet de chauffeur een noodstop maken. Dan krijg je te maken met de reactietijd: de tijd tussen het moment van waarneming en van intrappen van de rem.
Die reactietijd verschilt van persoon tot persoon en is ook afhankelijk van de omstandigheden. Op zijn gunstigst is de reactietijd 0,7 s. Maar hij kan ook 3 s bedragen.
Stel een Tesla Model 3 rijdt 50 km/h als een kind plotseling oversteekt. De chauffeur reageert onmiddellijk. Na een reactietijd van 1,5 s trapt zij krachtig de rem in.
i) Wat weet je van de beweging van de auto tijdens de reactietijd?
1. Bij dezelfde snelheid is de remweg van de Jeep veel groter dan van de Tesla; je loopt dus een groter risico dat hij niet op tijd tot stilstand komt
2. De massa van de Jeep is veel groter dan van de Tesla; een eventuele botsing komt dus veel harder aan.
j) Bereken hoeveel meter de Tesla minimaal nodig heeft om tot stilstand te komen.
Tijdens de reactietijd rijdt de Tesla nog een stuk door: Δx = v · Δt = (50/3,6) · 1,5 = 20,83 m.
De remweg, dat is de afstand die wordt afgelegd tijdens het remmen, bedraagt 12,2 m (zie boven).
De stopafstand is dus Δs = 20,83 + 12,2 = 33 m.
De afstand die wordt afgelegd vóór daadwerkelijk geremd wordt is dus niet te verwaarlozen.
Niet alleen de remweg is bij 50 km/h veel groter dan bij 30 km/h, dat geldt ook voor de afstand die de auto nog onvertraagd doorrijdt tijdens de reactietijd.
Sinds december 2023 is de maximumsnelheid in heel Amsterdam 30 km/h. Niet iedereen is daar gelukkig mee. Nu de Amsterdammers minder hard mogen rijden, klinkt er kritiek vanachter het stuur, schrijft de krant. Een automobilist reageert: “Op drukke plekken snap ik het wel, maar je moet dus ook met zo’n slakkengangetje op kaarsrechte wegen rijden.”
Een verkeerspsycholoog zegt dat je meer moet doen dan wat nieuwe ‘30’-borden ophangen. “Om weggebruikers langzamer te laten rijden, moet de nieuwe snelheid op een weg als ‘geloofwaardig’ worden gezien. Dat wil zeggen: een weg waar je 30 mag, moet er ook uitzien als een weg waar je 30 mag.”
k) Bedenk een of twee maatregelen om een weg er geloofwaardig als 30-weg uit te laten zien.
De krant noemt als mogelijkheid het aanbrengen van duidelijke wegmarkeringen, bijvoorbeeld een fietsstrook met rode ondergrond, die duidelijk maakt dat kwetsbare verkeersdeelnemers aanwezig kunnen zijn.
Je kunt ook denken aan het aanleggen van drempels en extra bochten en het maken van een stukje waar maar een auto tegelijk door kan.
Het helpt ook als verkeerdeelnemers het goede voorbeeld geven. De verkeerspsycholoog: “Jouw omgeving heeft nog altijd de meeste invloed op je gedrag. Mensen zijn van nature geneigd om te doen wat anderen doen.”
Misschien helpt het ook om van die borden te plaatsen die een compliment-teken laten zien als je je aan het maximum houdt. Zie bijvoorbeeld hier.