Een kijkje in het verleden (relativiteit)

Onderwerp: Relativiteitstheorie (vwo)

Terugkijken in de tijd is niet eens zo moeilijk.

Deze opgave is afkomstig uit het hoofdstuk Relativiteit van de methode Systematische Natuurkunde vwo 6 (8e editie) van uitgeverij ThiemeMeulenhoff bv.

Op het moment dat je in Nederland de zon achter de horizon ziet verdwijnen, is de zon in feite al 8 minuten onder.

Vraag a. Toon dat aan met behulp van gegevens uit BINAS.

De afstand aarde-zon vind je in BINAS tabel 31.

$x = 0,\!1496 \cdot 10^{12} \text{ m}$

De snelheid van het licht is:

$c = 2,\!99792458 \cdot 10^{8} \text{ m/s}$

$t = \frac{x}{v} = \frac{x}{c} = \frac{0,\!1496 \cdot 10^{12}}{2,\!99792458 \cdot 10^8} = 4,\!9901 \cdot 10^2 \text{ s}$

Het bereiken van de aarde kost het zonlicht dus ongeer 8 minuten:

$\frac{4,\!9901 \cdot 10^2}{60} = 8,\!3168 \text{ min} \approx 8 \text{ min}$

Bij nieuwe maan bevindt de maan zich tussen de zon en de aarde. Stel je staat op de maan en je neemt de gebeurtenis ‘de zon gaat onder in Nederland’ waar.

Vraag b. Leg uit of je deze gebeurtenis eerder of later waarneemt dan mensen in Nederland.

Je ziet de gebeurtenis ‘de zon gaat onder in Nederland’ als het licht vanuit Nederland je ogen bereikt. Gaat de zon onder in Nederland, dan bevindt Nederland zich al in de schaduw. Het laatste licht dat in Nederland wordt weerkaatst, moet de afstand tussen de aarde en de maan afleggen, en dat kost tijd. Je neemt de gebeurtenis dus later waar.