Opgave
a) Beschrijf waarom de snelheid van de auto vermindert bij het 'afremmen op de motor'.
b) Ontwerp met behulp van de componenten op het systeembord een schakeling die aan de gestelde eisen in het artikel voldoet. Neem daarbij voor het rempedaal een variabele spanning. Hoe harder je op het pedaal drukt, hoe groter de spanning. Niet drukken is 0 V, de 1e fase remlichten moeten aangaan als er zacht gedrukt wordt (= 1,0 V) en de 2e fase moet aangaan als er een noodstop wordt gedaan (= 4,0 V) OF als het ABS systeem dat aangeeft. Gebruik een drukschakelaar of een toggle (= aan/uit schakelaar) als output van het ABS (AntiBlokkeerSysteem) en een OF-poort.
Uitwerking vraag (a)
Doordat de motor niet meer de auto aandrijft (gaspedaal niet ingedrukt en de motor krijgt daardoor geen brandstof), maar juist de auto de motor gaat aandrijven, wordt er bewegingsenergie omgezet in wrijvingswarmte. Daardoor wordt de snelheid van de auto minder.
Uitwerking vraag (b)
Voorbeeld van een juist schema: