Opgave
Een lichtstraal valt op het grensvlak van twee doorzichtige stoffen A en B. De hoek van inval is 40°.
a) Wanneer de brekingsindex voor de overgang van A naar B de waarde 0,6803 heeft, treedt er dan breking naar de normaal toe op of juist breking van de normaal af? Licht het ant-woord toe.
b) Bereken de hoek van breking die bij de gegeven hoek van inval hoort.
c) Wanneer een van de stoffen lucht is, welke stof is dit dan, A of B?
d) Bepaal nu met behulp van Binas wat de andere stof is.
Uitwerking vraag (a)
• n = 0.6803 = nstofB / nstofA
• nstofA is groter dan nstofB
• vstofA is kleiner dan vstofB
• Breking van de normaal af
Uitwerking vraag (b)
• nstofA * (sin i) = nstofB * (sin t)
• (sin i) / (sin t) = nstofB / nstofA = 1 / n
• (sin t) = n * (sin i) = 0.44
• t = 26°
Uitwerking vraag (c)
• Aangezien lucht, na vacuüm, de stof is waar licht het snelt door heen beweegt moet stof A lucht zijn.
Uitwerking vraag (d)
• nstofB / nstofA = nlucht / nstofA = 1/nA = 0.680, dus nA = 1.47
• Glycerol heeft een brekingsindex van 1.469. Dus stof A is glycerol.