Lesbrief: relatieve beweging (7)

Onderwerp:

vw

Opgave

Een personenauto rijdt op een tweebaansweg achter een vrachtwagen (A) . De afstand tussen de voorkant van de personenauto en de achterkant van de vrachtwagen is 70 m. De snelheid van de personenauto is 100 km / h en die van de vrachtwagen is 78 km / h. De bestuurder van de personenauto begint een inhaalmanoeuvre. De personenauto gaat weer terug naar de rechterrijbaan als de achterkant ervan zich 10 m voor de vrachtwagen bevindt. De lengte van de personenauto is 4,0 m en de lengte van de vrachtwagen (A) is 12 m.

a) Bereken hoeveel meter de personenauto meer moet afgelegd hebben dan de vrachtwagen, als de inhaalmanoeuvre klaar is.
b) Bereken hoelang de inhaalmanoeuvre duurt. De inhaalmanoeuvre is beëindigd als de personenauto zich weer op de rechterbaan bevindt. De tijd die nodig is om van rijbaan te wisselen mag je verwaarlozen.
c) De personenauto moet weer op tijd op de rechterrijbaan zijn, want op het moment dat de bestuurder aan de inhaalmanoeuvre begint, komt er uit tegenovergestelde richting een vrachtwagen aan. De snelheid van deze vrachtwagen(B) is 85 km/h. De inhaalmanoeuvre moet voltooid zijn als B passeert. Bereken op welke afstand B minimaal moet zijn op het moment dat de personenauto aan de inhaalmanoeuvre begint.
Relatieve beweging (6) << Hoofdpagina relatieve beweging >> Relatieve beweging (8)