Lesbrief: relatieve beweging (2)

Onderwerp:

vw

Op een lange rechte weg wordt een inhaalmanoeuvre uitgevoerd. Hierboven zie je de situatie. Het rode rechthoekje is een auto die een andere auto(blauw) passeert. Vanuit de tegenovergestelde richting komt een vrachtwagen(groen) aan. Start het filmpje door op de knop "Start" te drukken. In het tweede gedeelte van het filmpje zie je "sporen" ontstaan. Van de beweging van de auto's wordt een soort stroboscopische foto gemaakt. De afstand tussen de rechthoekjes is zo een maat voor de snelheid.

Opgave

De snelheid van de rode auto is 30 m/s. Bepaal met behulp van het filmpje de snelheid van de blauwe auto en de groene vrachtwagen.blauw tussen 17 m/s en 18 m/s, groen tussen 26 m/s en 28 m/sHint: neem steeds 3 intervallen en meet van voorkant tot voorkant.blauw tussen 14 m/s en 15 m/s, groen tussen 24 m/s en 25 m/sHint: neem steeds 3 intervallen en meet van voorkant tot voorkant.blauw tussen 12 m/s en 14 m/s, groen tussen 25 m/s en 26 m/sHint: neem steeds 3 intervallen en meet van voorkant tot voorkant.blauw tussen 14 m/s en 16 m/s, groen tussen 25 m/s en 27 m/sAls je bij alle auto's 3 intervallen neemt, is het antwoord nauwkeuriger dan als je slechts één interval neemt. Uit de verhoudingen tussen de afstanden kun je dan de snelheden berekenen. Hieronder volgt een voorbeeld van een berekening. Afhankelijk van je beeldscherm en ingestelde beeldschermresolutie kunnen jouw eigen tussenwaarden verschillen. • Rood: 3 intervallen, de afstand is 45 mm. • Blauw: 3 intervallen, de afstand is 23 mm. Snelheid 23 / 45 x 30 = 15 m / s. • Groen: 3 intervallen, de afstand is 39 mm. Snelheid 39 / 45 * 30 = 26 m/s.
Relatieve beweging (1) << Hoofdpagina relatieve beweging >> Relatieve beweging (3)