logaritmische grafiek

Babbet stelde deze vraag op 14 mei 2022 om 14:41.

Heyy,

Heb  een vraagje, zat net even 2018-2 na vwo te oefenen, lastig examen joh. heb een vraagje over opgave 5 waar bij je iets moe doen me een  logaritmisch me grafiek naja kei moeilijk. hoe lees ik zon grafiekje af? kwam er echt ni uit bleef me maar blindelings staren op die schaalverdeling...

Uitleg zou fijn zijn!

Babbet 

Reacties

Jaap op 14 mei 2022 om 15:17
Dag Babbet,
Bij vraag 20 van het centraal examen 2018, tijdvak 2, opgave 'Wijnfraude opsporen', wordt een diagram met logaritmische schaalverdeling gebruikt om de dracht van β–deeltjes in glas te bepalen.
• Bedoel je deze vraag 20?
• Welke elders opgezochte informatie over de β–deeltjes gebruik je bij het aflezen?
• Wat is het resultaat van het aflezen?

Trouwens, hopelijk let je donderdag beter op spelling en taal:
"een vraagje over opgave 5 waar bij je iets moe doen me een logaritmisch me grafiek naja kei moeilijk. hoe lees ik zon grafiekje af? kwam er echt ni uit bleef me maar blindelings staren"
Hoeveel scorepunten denk je dat dit kost?
Groet, Jaap
Theo op 14 mei 2022 om 16:50
Helaas nul vrees ik want goed Nederlands is geen onderdeel van het natuurkunde examen. Bij sommigen kun je inktvullingen leegschrijven aan krom Nederlands dat zelfs op de lagere school al zeer slecht zou zijn
Jan van de Velde op 14 mei 2022 om 18:45

Babbet

  logaritmische grafiek.  Hoe lees ik zo'n grafiekje af?

 dag Babbet,

Niet moeilijker maken dan het is,




Dus dat doe je gewoon logisch doortellend van een bekend streepje naar het volgende bekende streepje:



Groet, Jan




Theo de Klerk op 14 mei 2022 om 18:56
Als je 0,1  1, 10, 100 e.d. vervangt door alleen de exponenten van 10  (10-1 100  101  102 ) dan heb je weer een lineaire grafiek -1, 0, 1, 2 ...  met alleen de exponentwaarde.
Alleen plaatst men langs de streepjes op de as niet alleen de exponent maar de hele waarde voor die 10-macht. Daardoor heet het logaritmisch (=werken met de exponenten van het grondtal, hier is dat 10). Dat levert waarden 0,1  1  10  100 etc op: steeds een factor 10 over een gelijke lengte van de as.

Logaritmische grafieken zijn heel handig als waarden heel snel heel veel verschillen. Of juist heel weinig. In beide gevallen is een gewone grafiek (lineaire assen) niet handig: je ziet de veranderingen slechter omdat bijv. een schaal van 1 - 100 misschien een x-as van 100 cm lengte zou geven. Als je het logaritmisch uitzet dan varieert de afstand 1 -100 als 100 - 102 en dus maar 2-0=2 cm. Dat is veel hanteerbaarder grafiek en meestal voor het doel goed af te lezen.
Voor natuurkunde zie je dit bijv. bij de frequenties van elektromagnetische straling (waaronder zichtbaar licht). Daar varieren frequenties van lage waarden 1000 000 Hz (radiogolven) tot extreem hoog 10 000 000 000 000 000 000 Hz (gamma-straling) en logaritmisch kun je dit goed weergeven door steeds factoren 10 grotere frequenties op gelijke as-afstanden te zetten,


Zie bijv. http://info.math4all.nl/MathAdoreOpgaven/ha-e45-print.html#:~:text=Bij%20een%20logaritmische%20schaalverdeling%20zet,1250%20%E2%89%88%20103%2C10.  Maar elk wiskundeboek over logaritme zal je dit vertellen.
Jaap op 17 mei 2022 om 21:09
Dag Babbet,
Volgens Binas tabel 25A is de maximale energie van de door H-3 uitgezonden bètadeeltjes 0,018 MeV. Deze energie ligt op de horizontale as van figuur 1 tussen de schaalstreep waarbij staat 0,01 en de eerstvolgende schaalstreep naar rechts (0,02 MeV).
Het punt op de grafiek bij 0,018 MeV ligt op een hoogte ρ·R=3,3·10–4 g/cm², tussen de tweede (3·10–4 g/cm²) en derde schaalstreep (4·10–4 g/cm²) boven de streep waarbij staat 10–4 g/cm².
Zo kun je in het diagram aflezen.

Volgens het officiële correctievoorschrift van dit examen is ρ·R=4·10–4 g/cm².
Dat komt ongeveer overeen met de bovenstaande waarde.

Er is een bijzonderheid – trek je daar maar niets van aan.
Volgens het correctievoorschrift moet je de ρ·R aflezen die hoort bij jouw waarde van de energie van de bètastraling
'(met een marge van 104 g cm–2)'.
Als een leerling bij Eβ=0,018 MeV heeft afgelezen 10–6 g/cm² (of zelfs een absurde 1000 g/cm²?), moet de examinator de aflezing goed rekenen: het tweede scorepunt is verdiend.
Als een leerling bij Eβ=0,018 MeV heeft afgelezen 1000 g/cm², moet de examinator de aflezing goed rekenen. Dat is precair, want met ρ=2,5 g/cm³ wordt de dracht maximaal 400 cm, zodat de meeste bètadeeltjes door het glas gaan, in strijd met het gestelde boven vraag 20.
Bedoeld is natuurlijk een marge van 104 g cm–2. Opmerkelijk genoeg staat hierover niets in de aanvulling op het correctievoorschrift.
Groet, Jaap

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft twintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)