Teken de situatie eens (niet wezenlijk anders dan wasgoed aan een lijn).
De spankracht is 500 N groot. Die kracht is gericht langs de beide delen van de waslijn. En staat dus schuin omhoog.
Ontbind die spankrachten in een horizontale en vertikale component. De beide vertikale componenten moeten het gewicht van het wagentje opheffen ( F = 10 x 9,81 N). Als je de grootte van de vertikale componenten weet (elk 5 x 9,81 N) dan kun je ook de horizontale bepalen (want samen zijn ze 500 N) . En als je een rechte zijde en de schuine zijde van de driehoek, zoals opgespannen door de krachtvectoren, kent kun je ook de sinus van de hoek berekenen.
Met een beetje meer meetkunde en de wetenschap dat de horizontale afstand 30 m is, kun je het doorzakken ook berekenen.