verdedigingsmechanismen tegen de echolocatie van vleermuis

Kom stelde deze vraag op 29 maart 2021 om 09:35.

 Hey,  mijn vraag gaat over vraag 16. Ik heb als antwoord bedacht dat de ultrasoneklanken de echolagie verstoren van de vleermuizen, maar kon niet echt een verband leggen met punt P en waarom het daar niet uit maakt of het groter is. Iemand tips?

Reacties

Jan van de Velde op 29 maart 2021 om 09:47
dag Kom,

uit welk examen komt dit?
Want ik zie het ook niet, ik vind de vraagstelling verwarrend

de tekst zegt dat het pijlstaartsignaal het vleermuissignaal moet overstemmen de pijlstaart reageert, kan dus pas klikken als de eerste klik van de vleermuis is gearriveerd, en niet al eerder.  

Het enige wat ik zou kunnen bedenken is dat als het signaal met sterkte  L vleermuis nog onderweg is vanaf de vleermuis, dit nog een eindje verder moet naar de pijlstaart, en nog moet weerkaatsen. Daarbij gaat best wel veel vermogen verloren. Maar daarna is de intensiteit niet noodzakelijk groter, maar dan toch ook niet veel kleiner.

Nogal ambigu allemaal. Ik ben benieuwd naar het correctievoorschrift.

Groet, Jan
Theo de Klerk op 29 maart 2021 om 10:28
Vleermuizen komen niet vaak voor in examens. Alleen havo 1978-1 noemde ze. Maar de opmaak lijkt ook niet op een standaard Nederlands examen te wijzen. Misschien van een ander instituut of van onze zuiderburen?  Decibellen horen ook al een groot aantal jaren niet meer tot het curriculum.

En als ik de vraag goed lees staat er dat de vleermuis een echo terugverwacht. Als het signaal van de pijlstaart bij de vleermuis aankomt dan is hij succesvol als zijn signaal harder is bij het oor van de vleermuis dan het teruggekaatste vleermuissignaal zelf.

Dat wordt zoiets als   Ivleer/Ipijl = 1/(2(dpijl+dvleer))2  / 1/(dpijl+dvleer)2  < 1
En dan nog wat gevogel met de intensiteit op P die voor de vleermuis nog verder afneemt in de heen- en weerreis naar de pijlstaart.
Theo de Klerk op 29 maart 2021 om 11:48
Als we moeilijker voor te stellen reflecties even "ombuigen" tot geluid wat rechtdoor gaat, dan wordt de situatie wat simpeler. De geluiden die terugkomen bij de vleermuis zijn in intensiteit net zo sterk als het geluid dat ipv terugkaatsen doorgaat over nog eens een afstand d (=x+y). Daarbij nemen we aan dat bij terugkaatsing geen geluidintensiteit verloren gaat door absorptie e.d. Een ideaal reflecterende muis dus (wat niet waar is).
Als de beginsignalen van vleermuis en pijlstaart (die ik als muis teken) resp. I0,v en I0,p zijn, dan is op afstand d van de muis (=2d van de vleermuis) het signaal nog maar  1/r2 maal zo sterk omdat het zich uitsmeert over een bol (ook niet waar - een deel weerkaatst via de grond).
De intensiteit van het geluid van de muis moet dat van de vleermuis overstemmen om succes te hebben, dus
Id,p > I2d,v   en met  Id,p = 1/d2 I0,p  en I2d,v = 1/(2d)2 I0,v  zodat de muis succes heeft bij
Id,p > I2d,v wat ingevuld oplevert  I0,p /d2  > (I0,v /(4d2)) ofwel  I0,p > 1/4  I0,v  
Hoe sterk is het signaal in punt P? 
Iy,p = I0,p /y2  en Ix,v = I0,v /(d-y)2
Ze verhouden zich dan als
Iy,p / Ix,v = I0,p/y2 / (I0,v /(d-y)2 ) = I0,p /I0,v  (d-y)2/y2 = 1/4  (d-y)2/y2
De muis wint zolang  (d-y)2/y2 < 4 want dan is Iy,p < Ix,v en er zijn bij bekende afstand d afstanden y te vinden waarvoor dat geldt (kwadratische functie oplossen   (d-y)2 -4y2 < 0 )

Amber op 21 juni 2021 om 17:32
Heeft iemand nog gevonden waar deze opgave vandaan kwam? Zou graag de uitwerking willen zien.
Jan van de Velde op 21 juni 2021 om 18:51
Dag Amber,

een "uitwerking" is voor vraag 16 niet nodig. Er wordt gevraagd om een uitleg omtrent het groter of kleiner moeten/mogen zijn van een signaal vergeleken met het andere, een getalsmatige benadering is niet nodig.

Ik denk nog steeds wat ik eerder al dacht ( zie hierboven) maar bij nader inzien nog iets: De vleermuis gaat afstand bepalen op basis van de tijd tussen uitzenden en ontvangen van signalen. Als dat motje daar willekeurige signalen tussendoor gooit gaat die afstandsbepaling natuurlijk mooi de mist in. 

Groet, Jan

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft dertig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)