Dag Jantje,

Wat heb je in het practicum precies gedaan en gemeten?
Welke gemeten waarden heb je gevonden, bij voorbeeld van spanning en stroomsterkte?
Welke informatie, bij voorbeeld over het lampje, was gegeven?

Moet je inderdaad berekenen bij welke spanning de gloeidraad smelt, of misschien bij welke temperatuur dat gebeurt?

Hallo

We hebben met een variable spanningsbron, een lampje van 6volt aangesloten, de voltages liepen van 0.1 volt oplopend tot 8 volt.

We hebben ook de stroomsterkte in mA gemeten. Hieruit moesten we ook met behulp van de formule berekenen bij welke spanning het lampje zou doorsmelten (smelpunt van wolfraam is 3400 graden)

enkele meet gegevens:
U(volt)   I (mA)
0.1            9
0.2          12.5
0.3          15
0.4          17.5
0.5          19
0.6          21
0.7          23
0.8          24
0.9          26
1.0          27

Dag Jantje,

Geen eenvoudige opgave!

Zonder nadere gegevens kan ik alleen de volgende, onbetrouwbare methode bedenken.

Maak een diagram met de spanning horizontaal en de weerstand R=U/I verticaal. Daarin krijg je een kromme grafiek die steeds minder steil omhoogloopt.

Als je de grafiek extrapoleert naar U=0 V ("terugverlengt"), vind je R0. Bereken met Rt=R0*(1+alfa*deltaT) de weerstand Rt waarbij het wolfram smelt. R0 lees je af in het diagram.

Alfa zoek je op in Binas.

DeltaT vind je via de Binas-waarde van het smeltpunt.

Extrapoleer je grafiek tot je bij de zojuist berekende waarde Rt komt. Ga vanaf dat punt van de grafiek omlaag en lees af: de spanning waarbij de gloeidraad smelt.

Deze methode is zeer onbetrouwbaar.
Reden 1: de formule voor Rt is alleen bij benadering geldig voor "beschaafde" temperatuurverschillen en niet voor zoiets hoogs als het smeltpunt van wolfram. Reeds bij veel lagere temperaturen moet zo'n formule ook termen bevatten met de tweede en derde macht van deltaT.

Reden 2: het lampje brandt normaal bij 6 V en je vermeldt slechts metingen tot 1 V. Extrapoleren tot de berekende Rt is dan nattevingerwerk. Ook bij het terug-extrapoleren naar U=0 V is er veel onzekerheid.

Als jij of een andere bezoeker toch een goede methode vindt, lees ik het hier graag...

Interessant. Zelf geen elektronicus wil ik ook wat weten met betrekking tot wolfraam.

mij valt op dat de zg infrarood kacheltjes ( 2x400 watt of 2x500 watt) allemaal stuk gaan door het doorbranden van het wolfraam draadje . Deze wordt slap en raakt dan de zg tube die er omheen zit. Merk op dat deze kacheltjes massaal bij honderden worden weggegooid.
alleen door de doorbranden draadjes . Wolfraam kost niet veel heb ik gezien. 

alleen de berekening is mij te ver. De draaddikte en lengte is bepalend voor het wattage .
Is er een formule voor ? Want ik wil die kacheltjes pro -deo repareren alleen de kosten van het wolfraam berekenen .geen arbeid .bij repair centrums worden ze aangeboden maar die doen daar niets aan. Wie helpt .

vermogen P = I²R  watt en weerstand R = ρ_wolfraam L /A  ohm (ρ soortelijke weerstand in Ωm, L lengte in m,  A doorsnede draad in m²)

Dank Dank dank... gr pieter

dag Pvbrakel,

Dat rijtje is nog niet compleet. De weerstand van de draad zal fors toenemen van de met deze formules berekende koude toestand naar de gewenste gloeiende toestand. Voor wolfraam, van koud tot gloeilamptemperatuur (dat is wel veel heter dan je nodig hebt voor een verwarmingselement) scheelt dat een factor 10. 

Verder vraag ik me af of je het wel in wolfraam moet zoeken. Zijn de meeste van die draadjes niet nichroom?

https://en.wikipedia.org/wiki/Heating_element

Groet, Jan

Hallo Jan,

ja wat je schetst is zo,maar helaas ( lees mijn inbreng ) is dat materiaal juist wat ik schets 
binnen no-time doorgebrand ! Of wordt slap en raakt de tube,die brand dan in en dan is de gloeidraad weg . Daarom wolfraam !