Molecuultheorie

Lotte stelde deze vraag op 04 november 2020 om 20:53.

 Hi, 

Kunt u uitleggen wat de molecuultheorie is? Ik begrijp de definitie er niet van.


Reacties

melissa op 04 november 2020 om 22:12

Molecuultheorie
Allerlei eigenschappen van stoffen kunnen we verklaren met de molecuultheorie. Belangrijke punten uit de theorie zijn:
Stoffen zijn opgebouwd uit hele kleine deeltjes, die we moleculen noemen
Moleculen bestaan uit nog kleinere deeltjes, die we atomen noemen
Tussen moleculen werken zwakke aantrekkingskrachten; de vanderwaalskrachten
Hoe groter de afstand tussen twee moleculen, hoe kleiner de vanderwaalskracht
Tussen moleculen zit intermoleculaire ruimte
Moleculen zijn constant in beweging en komen daarbij met elkaar in botsing

Alle stoffen zijn chemisch gezien in drie groepen te verdelen:
Zouten
Metalen
Moleculaire stoffen

De molecuultheorie als geheel kun je alleen maar gebruiken voor moleculaire stoffen. Voor zouten en metalen is de theorie slechts gedeeltelijk te gebruiken. Zo is in zouten de aantrekkingskracht tussen de ionen veel sterker dan de vanderwaalskracht.

De fasen van een stof
De meeste stoffen kunnen in drie verschillende fasen voorkomen:
De vaste fase
De vloeibare fase
De gasvormige fase

In de vaste- en vloeibare fase zitten de moleculen dicht opeen, in verhouding tot hun afmeting. Moleculen trekken elkaar aan door cohesie: krachten tussen moleculen van dezelfde soort, of adhesie: krachten tussen moleculen van verschillende soort. Het verschil tussen de vaste- en de vloeibare fase is dat bij vaste stoffen de moleculen om een evenwichtsstand trillen maar op hun plaats blijven gebonden, terwijl bij vloeistoffen de moleculen vrij door elkaar kunnen bewegen.

In de gasvormige fase zitten de moleculen, relatief, ver uit elkaar en trekken elkaar niet merkbaar aan. Ook kunnen ze, net als in de vloeibare fase, vrij door elkaar bewegen.

Bron: Sawims, Wikimedia Commons (Publiek domein)Bron: Sawims, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Faseovergangen
Het veranderen van de ene fase in de andere fase wordt een faseovergang genoemd. Elke faseovergang heeft een bepaalde naam. Op de afbeelding hiernaast staat de S voor de vaste fase (solid), en de L voor de vloeibare fase (liquid).
Hieronder de faseovergangen beschreven:
Van vast naar vloeibaar is smelten
Van vloeibaar naar vast is stollen
Van vloeibaar naar gasvormig is verdampen
Van gasvormig naar vloeibaar is condenseren
Van gasvormig naar vast is rijpen
Van vast naar gasvormig is sublimeren

Niet alle stoffen kunnen in drie fasen voorkomen. Er bestaan vaste stoffen die bij verwarming niet smelten en verdampen, maar ontleden. Deze stoffen heten thermoharders. Door de vertakte structuur van koolstofketens is de stof te 'sterk' om te smelten.

Temperatuur
Moleculen en ionen zijn voortdurend in beweging en hebben daardoor kinetische energie. Bij constante temperatuur verandert de gemiddelde kinetische energie van deze deeltjes niet. Bij een temperatuurstijging neemt de gemiddelde kinetische energie toe en bij een temperatuurdaling neemt deze af. De temperatuur is dus een maat voor de gemiddelde kinetische energie van moleculen. De temperatuur daalt dus als de kinetische energie van de moleculen afneemt. De temperatuur kan niet verder dalen als de moleculen geen kinetische energie meer hebben, dus als de moleculen niet meer bewegen. Voor alle moleculen is dat het geval bij een temperatuur van -273,15 graden Celsius. Deze laagste temperatuur wordt het absolute nulpunt genoemd.

Het bestaan van een absoluut nulpunt heeft geleid tot de invoering van een nieuwe temperatuurschaal. Deze schaal begint bij het absolute nulpunt en heeft een verdeling in Kelvin (K). Een stijging van 1 K is gelijk aan een stijging van 1 graden Celsius.
Een formule voor het verband tussen Kelvin (K) en Celsius (C) is dus: K=C+273,15

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft dertig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)