Elke
stelde deze vraag op
10 december 2005 om 09:17.
Hoi!!
Ik heb maandag examen fysica, en geraak uit enkele vraagstukjes nog niet wijs.
Gevraagd is: Bij een fiets zijn het grootste en het kleinste kamwiel door middel van een kettig met elkaar verbonden. Tussen de hoeksnelheid w1 van het grootste kamwiel en w2 van het kleinste kamwiel bestaat de volgende relatie: a) w1=w2 b) r1 * w2 = r2 *w1 c) r1 * w1 = r2 * w2 d) r1 * r2 = w1 * w2
Ik weet echt niet hoe ik deze formules kan afleiden... Als iemand van jullie mij daarbij zou kunnen helpen. Mercikes alvast!!!:)
Reacties
Jaap
op
10 december 2005 om 16:11
Dag Elke,Is het misschien een meerkeuzeopgave?Omdat beide kamwielen door een ketting zijn verbonden, is de baansnelheid v1 van een punt op de omtrek van het grootste kamwiel 1 even groot als de baansnelheid v2 van een punt op de omtrek van kamwiel 2. (Anders zou de ketting op een van beide wielen slippen.) Dus v1=v2. Aangezien ook geldt v1=omega1*r1 en v2=omega2*r2, volgt dat omega1*r1=omega2*r2, zodat c een ware bewering is.Het onderstaande is voor de volledigheid en is misschien niet door de vragensteller bedoeld.a en bBij het grotere kamwiel 1 kost een omwenteling meer tijd dan bij wiel 2, zodat T1>T2. Uit omega=2*pi/T volgt nu dat omega1
Jaap
op
10 december 2005 om 16:20
Er had moeten staan:a en bIndien r1>r2, is bewering a alleen waar als de kamwielen niet draaien; omega1=omega2=0.Dat geldt ook voor b.
