Ik snap van je tekening ook niks. Dat zwarte rondje is waarschijnlijk de spoel-voorkant waar je met een noordpool naar toe beweegt?  
Wat al die B-veldlijnen "in" het papier voorstellen en waar die vandaan komen is me ook niet duidelijk.

Aannemend dat er geen stroom door de spoel liep en en dus ook geen aanvankelijk magneetveld was, dan moet je eens aan de Wet van Lenz denken.

Je nadert een spoel met een noordpoolveld. De spoel zal door inductie een veld proberen te genereren dat die nadering tegengaat. Dus ook een noordpool produceren.
Jouw magneet geeft veldlijnen die in het papier gaan. De spoel geeft juist veldlijnen die uit het papier steken (althans binnen het ronde gebied - de kern van de spoel).

Hoi Theo,

Bedankt voor de snelle reactie. Ik besef nu dat ik wat meer informatie bij de vraag kon toevoegen, excuses daarvoor.

Ja dat zwarte rondje is inderdaad de spoel. De bedoeling is dat er een stroom in wijzerzin moet gaan lopen. Je hebt dan de keuze om de spoel met de noordpool of de zuidpool van een magneet te benaderen. Je krijgt een stroom in wijzerzin als het B-veld in het blad gaat. Ik weet alleen niet of ik de spoel met een noordpool of zuidpool moet benaderen. 

MVG 

Daan

>Ja dat zwarte rondje is inderdaad de spoel. De bedoeling is dat er een stroom in wijzerzin moet gaan lopen. 

Met de rechterhandregel betekent dat dat er een noordpool achter het papier zit (dus inderdaad een veld met X richting op het papier).

Terwijl er een kloksgewijze stroom loopt in de spoel en er een zuidpool aan de zichtzijde van de spoel is, kun je met een magneet naderen. De wet van Lenz blijft opgaan, ongeacht of de spoel een stroom voert of niet. Dan komt er gewoon een stroom bij. Die optelt of aftrekt van de al lopende stroom.

1) Noordpool nadert de spoel. Inductie zal dan (Wet van Lenz) een noordpool aan de zichtzijde van de spoel laten komen. Dat kan alleen door een stroom die anti-kloksgewijs in de spoel loopt. Opgeteld bij wat er al in de spoel loopt, zal de netto stroom kleiner zijn (als inductiestroom kleiner is dan de op de spoel gezette stroom - meestal is dat zo). Bij heel kleine spoelstroom kan de inductiestroom groter zijn, en is de netto stroom tegen de klok in en het resultaat een zwakke noordpool op de spoel.

Afhankelijk van de richting van de netto stroom zal er op de zichtzijde een zwakkere zuidpool zijn (door de inductie noordpool) of een zwakke noordpool (als de inductiestroom groter is dan de spoelstroom)

b) Zuidpool nadert de spoel. Daar is al een zuidpool. De spoel werkt nadering tegen door een inductie-zuidpool te creeren door een inductiestroom met de klok mee te genereren. Die gaat in dezelfde richting als de eropgezette stroom. Er loopt dan netto een sterkere stroom en er staat een sterkere zuidpool op de zichtzijde van de spoel.

Dat klopt. We zitten dan dus tegen de (geïnduceerde) magnetische zuidpool van je spoel aan te kijken. 

Beseffende dat het geïnduceerd magnetisch veld in de spoel de oorzaak van zijn ontstaan zal tegenwerken, mag je nu nadenken over welke pool de spoel nadert. 

Groet, Jan