beta-verval

Janneke stelde deze vraag op 03 mei 2020 om 13:22.

Hallo!
Ik heb een vraagje over beta-verval in verband met nucleaire geenskunde. Ik heb dus een radio-isotoop gekregen die doormiddel van beta-verval vervalt. Deze radio-isotoop wordt gebrukt voor inwendige bestraling. De vraag is waarom is deze radio-isotoop hiervoor geschikt?
Nu is mijn vraag of dit een correct antwoord is:

De radio-isotoop vervalt door beta-verval. Het heeft dus een kleine dracht. Dit houdt in dat het maar een korte afstand af kan leggen in een stof. Doordat de beta-straling een kleine dracht heeft gaat het gericht te werk en richt zo min mogelijk schade aan aan gezonde cellen.

Is dit juist? Zo niet, wat is dan een juist antwoord? Zo wel, formuleer ik mijn antwoord juist?

Alvast bedankt voor de hulp!

Reacties

Theo de Klerk op 03 mei 2020 om 13:57
De korte afstand is zeker een reden. Maar dan zou alfa-verval nog beter zijn - maar misschien een te korte dracht.
Maar beta heeft ook een lager ioniserend vermogen (lading -e terwijl alfa +2e is) en richt daarmee minder (bijkomende) schade aan dan alfa deeltjes.
Heel belangrijk is ook de vervaltijd van de straler: je wilt niet dat zo'n preparaat maanden lang actief blijft, maar liefst zijn werk doet binnen een beperkte tijd. Dat bepaalt zowel keuze voor een alfa- of beta straler.
Een gamma-straler is het minst effectief: gamma-straling gaat grotendeels ongebruikt dwars door het lichaam heen. Daarmee wordt de patient zelf "straler" voor de omgeving.

gamma: halfwaarde-dikte in dracht (theoretisch oneindig ver), niet ioniserend maar wel energierijk om bijv DNA aan te passen en cellen te verbranden (zoals bij Chernobyl slachtoffers)
beta:  korte dracht (centimeters), ioniserend
alfa:  zeer korte dracht (vaak 1 mm of minder), sterk ioniserend
Janneke op 03 mei 2020 om 20:19
De halveringstijd van de radio-isotoop had ik inderdaad ook al als antwoord. Bedankt voor de duidelijke uitleg en snelle reactie!

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Ariane heeft twintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

Antwoord: (vul een getal in)