flux

timmy stelde deze vraag op 02 april 2020 om 12:45.

 

Ik snap niet hoe je dit kan weten. Dit is een onderdeel van een taak die we thuis moeten maken maar we hebben hier nog geen les over gehad.

Reacties

Theo de Klerk op 02 april 2020 om 12:56
De vraag vind ik, buiten de context, multi-interpretabel

Snap je de tekening: blijkbaar een ringvormige stroomlus die van boven op je af komt en onderaan weer verdwijnt.

Gegeven een veld B waarin de lus heen en weer beweegt:

Varieert het B veld van sterkte op verschillende posities?
Is daardoor de flux (B.A) door de kring steeds anders?
Loopt er daardoor een inductiestroom?

Als de stroomkring blijkbaar een stroom voert (van boven op je af, van onderen van je weg), wat voor magneetveld produceert de inductiestroom dan in de spoel?
Wanneer is er sprake van een inductiestroom? Bij gelijke of wisselende flux? En omdat flux = B.A  en A constant is, wat zegt dat over B?
timmy op 02 april 2020 om 13:00
De veldsterkte B blijft denk ik constant.
Theo de Klerk op 02 april 2020 om 13:02
Constant veld betekent constante flux betekent geen inductiestroom betekent geen stroom in de wikkeling (als je heel goed naar de tekening kijkt zie je dat de B lijnen steeds iets verder uit elkaar staan - een tekenafspraak om aan te geven dat het veld verzwakt)
timmy op 02 april 2020 om 13:06
Ah dan zal het magnetisch veld heen en weer gaan.
Theo de Klerk op 02 april 2020 om 13:27
dan zou je dus ook de inductiestroom heen en weer moeten zien gaan, en dat kan niet in een momentopname.

Als je de rechterhandregel toepast op deze spoel dan zie je dat het door de spoel opgewekte veld in de spoel dezelfde richting heeft als het uitwendig aangelegde veld.

Volgens de regel "het veld van de inductiestroom werkt de verandering van de flux tegen" concluderen we dus dat het uitwendige veld afneemt.
timmy op 02 april 2020 om 13:34
Dus u denkt dat de veldsterkte afneemt en dat en dat de sterkte van het magnetisch veld op en naar gaat ?
Theo de Klerk op 02 april 2020 om 14:00
daf afnemen wel, dat op en neer gaan is de vraag, dat kun je uit een momentopname nooit afleiden.

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft zesentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)