Luchtwrijving

Fleur stelde deze vraag op 25 januari 2020 om 12:31.

 Bekijk het verband dat je hebt gekregen in je v,m-diagram.


Wat is de wiskundige naam van dit verband?
Schrijf ook de wiskundige vergelijking op van dit verband (als in ‘y=...’)

Je gaat in een nieuw diagram nu de grootheid op je x-as aanpassen, zó
dat je een rechte lijn krijgt. Ga na of je dan op de x-as moet uitzetten:
- m^1⁄2
- m^2
- m^-1
Maak de juiste keuze, vul de nieuwe grootheid in boven de laatste kolom van de tabel, en bereken de waarden in deze kolom. Maak vervolgens een nieuwe diagram, een (v,m??)-diagram.
Geef in je diagram ook het recht evenredige verband aan, met een rechte lijn door de oorsprong.
De grafiek die je hebt getekend is die van een rechte lijn. Dit betekent dat de cw-waarde een constante is.

In de bijlage vind je onze meetwaarden en onze grafiek.

Reacties

Theo de Klerk op 25 januari 2020 om 12:51
Uit de tabel is onduidelijk:
- wat de meet-eenheden zijn (massa in kg? vgem in m/s?) De tabel suggereert voor massa grammen
- waarop de nauwkeurigheid slaat (in massa meting of snelheidsmeting?)
- ??? is inderdaad ???

De (on)nauwkeurigheid lijkt wat klein: als een meetwaarde 1,64 (m/s neem ik aan) is, dan kan de meetnauwkeurigheid niet meer zijn dan een halve waarde rondom het laatste cijfer, dus +/- 0,05 en niet 0,00224 of zo iets.

Als je deze grotere foutmarges in de meetwaarden neemt en in de grafiek uitzet als vertikale staafjes van waarden die allemaal zouden kunnen (1,64 +/- 0,05 dus alles tussen 1,59 en 1,69) dan kun je heel andere lijnen trekken die allemaal door alle staafjes gaan, dan de lijn uit jullie voorbeeld.

Het hele experiment "ruikt" naar luchtweerstand waarbij de weerstand volgens de boekjes met v2 toeneemt ( F = cw ρ A v2) en tegenwerkt op de zwaartekracht bij vallen (F = mg = ρAhg als h hoogte van de massa is). 
Jan van de Velde op 25 januari 2020 om 13:32

Theo de Klerk plaatste:

Het hele experiment "ruikt" naar luchtweerstand 
inderdaad, en vooral naar de meting van een "terminal velocity" die gaat afhangen van het moment waarop zwaartekracht in evenwicht komt met luchtweerstand. 

Dus, Fleur en BIBI, vertel eens wat meer?

om te beginnen, wat is eigenlijk jullie probleem? Want in je startbericht staat alleen maar je opdracht en een tabel met wat kennelijke metingen


Uitgevoerd met bakjes voor cupcakes of iets dergelijks? 
Snelheid bepaald van waar tot waar, en hoe? 
voor elke massa maar één meting?
nog iets bijzonders waargenomen bij de val met de 5 bakjes?

Groet, Jan
Fleur op 25 januari 2020 om 16:00
We hebben het uitgevoerd met bakjes voor cupcakes 
We hebben het bakje vanaf 2,5 meter laten vallen, en we hebben het stuk getimed, vanaf toen het bakje op 1 meter boven de grond was tot aan de grond.
Voor elke massa (dus voor 1,2,3,4,5 bakjes op elkaar) hebben we de beweging 5 keer uitgevoerd.

Voorderest weten we de frontale oppervlak.
Jan van de Velde op 25 januari 2020 om 16:23
Dag Fleur, Bibi,

OK, dan weten we wat over je uitvoering, dat geeft al wat meer duidelijkheid.

Maar dan weten we nog steeds niet wat nou eigenlijk jullie probleem, jullie vraag is?

Groet, Jan 
Fleur op 25 januari 2020 om 17:45
we moeten de wiskundige naam van het verband weten, en we moeten de eenheid op de x-as aanpassen, waardoor het een recht evenredig verband wordt. We kunnen kiezen uit 
- m^1⁄2
- m^2
- m^-1

Deze rechte lijn moet uiteindelijk ook door de oorsprong. 

dus: wij snappen niet wat het wiskundige verband van de grafiek is, en we snappen ook niet hoe we de lijn dan rechtevenredig kunnen maken.
Theo de Klerk op 25 januari 2020 om 18:27
Het wiskundige verband is wat de y-as waarden aan de x-as waarden koppelt.
Dus y(x) = f(x) 

Blijkbaar kun je dus kiezen uit (y=v snelheid en x=m massa)

v(m) = am2 + bm + c    kwadratisch
v(m) = bm + c    lineair
v(m) = √(am2 +bm +c)     wortel

(de coefficienten a,b of c kunnen waarde 0 hebben als het "simpel" wordt).

Neem bijvoorbeeld iets simpels als

v(t) = am2 

Als je de m-as kwadratisch uitzet (dus een x = m2 neemt) dan krijg je
v(t) = ax
Een lineair verband - een rechte lijn grafiek.
De x-as heeft dan waarden 1, 2, 3, 4  terwijl je "gewone" v,m grafiek voor m waarden als 12, 22, 32, 42 (=1,4,9,16) zou hebben. De m-as zou dus een veel groter interval tussen 0-16 beslaan en de meetpunten (m=1,4,9,16) steeds verder uiteen. De x-as zou maar een interval 0-4 beslaan en de meetpunten even ver uiteen (1,2,3,4)

Datzelfde kun je ook doen voor de y-as (of v-as): 
Als  v(m) = am2  dan is  √v(m) = m √a  Dat is ook een lineair verband (substitueer maar eens y = √x :   y = m √a  (en √a is gewoon een constante waarde)

Dus zet eens waarden voor v of v2 of √v uit tegen m. Welke grafiek geeft dan de rechstste lijn?
Jan van de Velde op 25 januari 2020 om 19:26
Dag Fleur, Bibi,

wat Theo hierboven zegt is de juiste aanpak, dus volg die vooral op.

Maar als ik zo eens naar je meetgegevens kijk lijken daar toch wel een paar rare dingen gebeurd te zijn, en dat gaat je zoektocht niet vergemakkelijken.

Ik heb even op basis van de theorie wat "nieuwe" metingen voor je verzonnen. 



probeer daar eerst eens Theo's aanpak op los te laten, dan is het deelprobleem "Basisvaardigheden; hoe haal ik een verband uit een grafiek" alvast uit de kant.

Daarna zullen we eens kritisch naar jullie metingen moeten gaan kijken.

Groet, Jan

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft vijfentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)