Wisselspanning en wisselstroom

Laura stelde deze vraag op 06 januari 2020 om 14:56.

Hallo,

Voor mijn PWS heb ik een windmolen gemaakt met behulp van een dynamo, nu heb ik gemeten hoeveel spanning en stroom hij levert. Dit is natuurlijk wisselspanning en stroom-. Dus ik vroeg mij af wat is de hoeveelheid stroom/spanning wat hij opwekt. De amplitude? En moet de evenwichtsstand altijd op de x-as zitten of maakt dat niet uit? Als mijn vraag niet duidelijk is kan ik altijd de grafieken opsturen voor een beter beeld.

Alvast bedankt,
Laura

Reacties

Jan van de Velde op 06 januari 2020 om 15:36
dag Laura,

Wat was de frequentie van die wisselspanning? En dat heb je dan waarschijnlijk gemeten met een gewone multimeter? Dan heb je waarschijnlijk de zg effectieve spaning en effectieve stroomsterkte gemeten.

Zie bijvoorbeeld hier:
https://www.natuurkunde.nl/vraagbaak/58818

voor wat dat betekent. 

En anders ga je toch maar eens meer moeten vertellen over je opstelling, je wijze van meten, en die grafieken waar je het over hebt.

Groet, Jan
Laura op 07 januari 2020 om 20:58


Beste Jan,

Dit is onze grafiek voor de spanning. Als ik met behulp van de gemeten stroomsterkte (nog geen correcte metingen) het vermogen wil uitrekenen, welke waarden zou ik dan kunnen gebruiken (naast de meetfouten)?

(hopelijk is de grafiek te lezen)

Groetjes,
Laura
Jan van de Velde op 07 januari 2020 om 23:34
dag Laura,

de grafiek is prima te lezen hoor, onze site tast de resolutie van de afbeeldingen niet aan, in een ander tabblad is hij op volle schermgrootte te openen en haarscherp. 

Niks  multimeter dus (daar is de frequentie ook wel te laag voor denk ik) maar een computermeting.



Het lijkt er sterk op dat je wisselstroom een frequentie van ongeveer 3 Hz had, dwz ik tel tussen 7 en 12 s (waar alles redelijk op gang lijkt) ongeveer 15 golven, dat is dus een trillingstijd van ongeveer 0,33 s. Maar de frequentie van je metingen is 10 Hz (1 meting per 0,1 s) 
Ongeveer 3,3 metingen voor een hele golf. Je metingen zijn dus zg gesampled, en die meetmomenten vallen dus lang niet altijd samen met
 omkeerpunten. Dat effect is heel goed zichtbaar rond de 10 s, waar een paar hele lage, stompe golven lijken te zijn genoteerd, maar waar hoogstwaarschijnlijk gesampled werd een paar honderdste seconde voor de piek en een een paar honderdste ná de piek, waardoor je heel de piek niet ziet (die er waarschijnlijk wel is geweest).

Ik heb eens een sinusgolf van internet geplukt en daar 3,3 samplemomenten (die verticale rode strepen) per golf op geplakt:



De op de samplemomenten gemeten spanningen zijn dan met rechte lijnen met elkaar verbonden.
Als je dan de tijdschaal een beetje samenperst zie je al duidelijk het effect dat we in jouw grafiek ook zien:



Een wat onregelmatig uitziend gebeuren, waar echter een perfect regelmatig patroon (die sinus) onder ligt.

Speel nou in gedachten eens met die rode strepen, schuif dat raster heen en weer, schat eens in hoeveel procent van de gevallen zo'n samplingmoment nagenoeg samenvalt met een piek in de sinus.

Durf jij dan uit jouw eigen grafiek te concluderen hoe groot jouw piekspanning moet zijn geweest? 
Ga er daarna van uit dat er onder je rare piekengrafiek een nette sinus zal liggen, en kijk dan nog eens naar dat linkje over effectieve spanning dat ik in een eerder berichtje gaf .

Kun je trouwens de geschatte frequentie (ongeveer 3Hz) vastknopen aan het aantal omwentelingen per seconde van je dynamo tijdens dit proefje? 

Groet, Jan

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Ariane heeft zesentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

Antwoord: (vul een getal in)