PO afwijking slingertijd a.g.v. amplitude

Gerard stelde deze vraag op 25 november 2019 om 15:15.
Beste allemaal,

Voor natuurkunde moeten we een PO doen waarbij we moeten bepalen vanaf welke uitwijkingshoek de trillingstijd meer dan vier procent afwijkt van de eigenlijke trillingstijd. Het betreft een fysische slinger.
1. Weet u hoe we een hypothese kunnen opstellen?
2. Kunt u uitleggen hoe dat zit met sin(a) en (a) die gelijk zijn enzo?

Reacties

Theo op 25 november 2019 om 16:45
Op welke aannamen is de "ideale" slinger gebaseerd? Waarin wijkt een fysische slinger daar vanaf?

Sin a = a als "a" de uitwijkingshoek is uitgedrukt in radialen en a klein is.
Een sinus kan worden omgeschreven tot eindeloze (Taylor) reeks
sin a = a - a3/3! + a5/5! - ...
zodat voor kleine waarden van a de hogere machten effectief als 0 kunnen worden gezien. Daarmee wordt sin a = a (en ook tan a = a)
Jan van de Velde op 25 november 2019 om 16:56
dag Gerard,

 

1.Weet u hoe we een hypothese kunnen opstellen?

Niet. Daar hoort helemaal geen hypothese bij.

Er valt hier helemaal niets te "veronderstellen". Je onderzoek richt zich op het plakken van een waarde op een van te voren bekend verschijnsel, namelijk dat de gewoonlijk gebruikte (vereenvoudigde) formules voor de trillingstijd van een slinger in de praktijk altijd zullen afwijken van de werkelijkheid. Bij kleine amplitudes is die afwijking verwaarloosbaar. Aan jou om te bepalen, met een experiment, bij welke amplitude de werkelijke waarde voor de trillingstijd van jouw slinger meer dan 4% afwijkt van de (vereenvoudigde) theoretische waarde.

Lees eventueel ook deze discussie op het docentenforum van NVON:
https://www.nvon.nl/forum/38/topic/1341

Groet, Jan


Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft eenentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)