De kleuren die je ziet ontstaan door elektronensprongen tussen toegestane banen rond een atoomkern. Een rood licht hoort bij een sprong die minder energieverschil tussen de banen heeft, blauw licht bij een groter energieverschil.
De rontgenstraling kan een energie E hebben, die een elektron in een hogere baan doet komen, die daarna in stapjes E1, E2, E3 (enz) via lagere banen weer in de grondtoestand terugkomt.
Beide schermpjes zullen niet van hetzelfde materiaal zijn (al hebben ze in normaal daglicht dezelfde kleur). Degene die blauw oplicht heeft waarschijnlijk banen met energieverschil overeenkomend met blauw licht (E1=hf), de andere met een baan die met rood licht overeenkomt.
Het energierijke Rontgenfoton slaat een atoom aan. Het elektron valt daarna in een of meerdere stappen terug naar de grondtoestand en straalt de opgenomen rontgenfotonenergie weer uit - in meerdere stukjes. Een enkele zal in het zichtbare spectrum liggen, enkele andere fotonen erbuiten (hoger dan UV of lager dan IR).
Onderstaand een geschetste situatie zoals die voor plaatje 1 en 2 zou kunnen zijn.