Helling

Henry stelde deze vraag op 19 november 2019 om 23:16.

Kan iemand mij helpen met deze opgave? In de oplossingen staat dat Fz . sin(30)=350 N maar ik snap niet hoe dit komt. Alvast bedankt.

Reacties

Theo de Klerk op 19 november 2019 om 23:20
Als je de krachtcomponent langs de helling kent en de hoek dan kun je ook de normaalkracht berekenen. En  met Pythagoras dan de zwaartekracht en daaruit de massa (F =mg)

Of korter nog kun je rechtstreeks de (naar boven gerichte) kracht berekenen uit hoek en trekkracht. En dus de zwaartekracht en massa...

Heb je problemen met alle mechanicavragen?
Henry op 19 november 2019 om 23:55


Klopt mijn redenering hier?

Ik heb moeilijkheden met de (voor mij) moeilijke oefeningen.

Bedankt!
Theo de Klerk op 20 november 2019 om 00:29
Ik weet niet of die pijl rechts van Fn serieus is of een slag in de lucht... die kracht is er in elk geval niet.

Je krachtendriehoek is ook niet correct. Het is jammer dat je dit al moeilijke opgaven vindt: het zijn eigenlijk de meer recht-toe-recht-aan problemen waarin vooral wordt gekeken of je krachten kunt ontbinden of samenstellen.

Henry op 20 november 2019 om 01:22
Ik probeer uw methode helemaal onderaan toe te passen bij oefening 75, maar het lukt niet. Ik heb morgen toets hierover dus wilt u mij ook hierbij helpen alstublieft? Alvast bedankt!

Theo de Klerk op 20 november 2019 om 01:56
a. Spankracht = tegenkracht van de zwaartekrachtscomponent langs de helling
   F = mg cos 60  (of F = mg sin 30)
b. Normaalkracht = tegenkracht van de zwaartekrachtscomponent loodrecht op de helling
   F = mg cos 30  (of F = mg sin 60)



En dit is echt een elementaire vraag!
Henry op 20 november 2019 om 02:02
Maar van waar haalt u die F = mg cos(60) 
Waar is die 60 en waar staat Fz?
Sorry voor zo’n vragen.
Theo de Klerk op 20 november 2019 om 02:04
Ik denk dat je toch echt je goniometrie (sin/cos/tan kennis) uit je wiskunde lessen moet ophalen. Dat is een standaard deel van wiskunde-B.  (Als je wiskunde-A doet snap ik je probleem: als je dan voor natuurkunde kiest moet je feitelijk een hoop wiskunde-B "erbij" doen).

En Fz  = mg
Jan van de Velde op 20 november 2019 om 08:15

Henry plaatste:

Waar is die 60 en waar staat Fz?


die twee componenten staan loodrecht op elkaar, als een deel van die hoek 30º is, is het andere deel van die rechte hoek vanzelf 60º

en Fz= m•g

groet, Jan

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft negenentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)