dag s,

laten we eerst eens op een rijtje zetten
- over welke grafiek(en) je het hebt
- welke informatie je uit die grafiek(en) zou willen halen. 

dus kom eens met een voorbeeld. 

dan heb je een grafiek van ....  uitgezet tegen .....
en daaruit zou je .... willen bepalen 

groet, Jan

de vraag was 'Bepaal de afstand die de trein op t = 20 s heeft afgelegd?' 
moet je hier dan raaklijn tekenen op t = 20 of oppervlakte onder de grafiek bepalen?

dag s,

je hebt dus een grafiek die snelheid uitzet tegen tijd
je wil daar een afstand uithalen

formule: afstand = snelheid x tijd  

een hokje heeft als lengte de dimensie snelheid
een hokje heeft als breedte de dimensie tijd
afstand = snelheid x tijd = lengte x breedte = oppervlak
dus het oppervlak geeft de afstand weer

hokjes tellen dus.
en elk hokje in jouw grafiek heeft een "oppervlak" ter waarde van
0,5 m/s x 5 s = 2,5 m  

groet, Jan

Raaklijnen: als je een Δy/Δx helling wilt bepalen. Bijv. v = Δs/Δt op een s,t grafiek.

Hokjes tellen = oppervlakte onder curve bepalen. Als je de x•y wilt bepalen. Bijv. v•t (=afgelegde afstand) in een v,t grafiek

Voor vwo 6: raaklijn = afgeleide van een grafiek in een punt,  dx/dy
hokjes tellen = oppervlak = integraal van grafiek tussen x1 en x2 voor ∫ dy