kans op tunnelen
Anton stelde deze vraag op 07 augustus 2019 om 16:25.Voor de kans dat een deeltje met massa m en totale energie E buiten een potentiaalbarrière met hoogte Ep>E en breedte d wordt aangetroffen (tunneling), kom je weleens de volgende formule tegen
(bijv. in Stevin Natuurkunde VWO 2016 blz. 267 maar ik heb zoiets ook wel op andere plaatsen gezien)
Dit is (zo ongeveer) van toepassing op alfa verval: de potentiaalbarrière is dan het gevolg van de sterke kernkracht die het alfadeeltje aantrekt (zo ongeveer omdat de potentieelbarrière van het alfadeeltje in de buurt van de kern niet rechthoekig is maar het gaat om een ruwe benadering en daar kan ik prima mee leven).
Ik moet aannemen dat dit een kans voorstelt vanuit het idee van een golffunctie die een oplossing is van de tijdsonafhankelijke Schrödinger vergelijking voor het deeltje in het potentiaalveld. Het linkerlid kan geen kans voorstellen want een verhouding van de oppervlakken onder het kwadraat van de golffunctie mag dan worden geïnterpreteerd als een kans en dan moet je voor de kans het deeltje buiten aan te treffen het oppervlak onder psi-buiten delen door het oppervlak van psi-totaal.
Wat ik storend vind, is dat de tijdsduur ontbreekt in de kans op tunneling. De kans dat een kern vervalt is toch echt afhankelijk van de tijdsduur zoals wij hebben geleerd bij het onderwerp ioniserende straling en radioactiviteit. De kans is bepaald uit de oplossing van een tijdsonafhankelijke Schrödinger vergelijking en dat vind ik raar.
En dan nu eindelijk mijn vraag:
Klopt mijn vermoeden dat het fysisch onzinnig is de kans op tunneling tijdonafhankelijk te specificeren en die te baseren op een oplossing van de tijdsonafhankelijke Schrodinger vergelijking?