dag Lis,

in tekening A

1. We zien we een deeltje naar rechts bewegen.
2. Op dat deeltje wordt kennelijk een lorentzkracht naar beneden uitgeoefend in punt P
3. In punt P gaan de magnetische veldlijnen het papier in. 
4. Conclusie uit 2 en 3, met rechterhandregel of om het even welk "ezelsbruggetje": de richting van de stroom (plus naar min) is naar links.
5. conclusie uit 1 en 4: het deeltje uit tekening A is dus negatief geladen, en dus een "gewoon" muon, µ^-

En dan gaan we verder met vraag b, tekening B:

1. Het antideeltje heeft een tegengestelde lading, dus positief. 
2. Er gaat dus een positief deeltje naar links (via spoor a of spoor b)
3. Er loopt dus een "stroom" naar links
4. in de binnenste cirkel zijn de veldlijnen het papier in gericht
5. jouw conclusie uit 3 en 4 omtrent de richting van de lorentzkracht?
6. jouw conclusie uit 5 omtrent baan a of baan b als juiste? 

Zie ook:
https://www.natuurkunde.nl/opdrachten/1281/op-zoek-naar-higgs-vwo-2013-1-opg-4


Groet, Jan

5. Richting van de lorentzkracht is omlaag
6. Volgens vraag 5 is baan b de juiste

Ik dacht namelijk dat als de stroomrichting bij het  negatief geladen deeltje van vraag a naar links gaat, dan zou de postief geladen deeltje naar rechts moeten gaan en als volgt, keert de richting van de lorentzkracht omhoog in plaats van omlaag. Dan is de antwoord: baan a

die conclusies kloppen, en als jij nou ook ziet waar je denkfout zat is het opgelost :)

Een echte natuurkundevraag, alleen op te lossen door gestructureerd in logische stap na logische stap te denken. 

succes verder,
Jan

Dank u wel, 

Ik heb nog een laatste vraaje, en sorry dat ik dom overkom maar ik heb het verloop van 2 naar 3 niet helemaal begrepen. 

Geen enkele oprechte vraag is dom.....

Maar ik weet niet wat je bedoelt met 

welke 2 naar welke 3? 


groet, Jan

Bij dit stukje

En dan gaan we verder met vraag b, tekening B:

1. Het antideeltje heeft een tegengestelde lading, dus positief.
2. Er gaat dus een positief deeltje naar links (via spoor a of spoor b)
3. Er loopt dus een "stroom" naar links
4. in de binnenste cirkel zijn de veldlijnen het papier in gericht
5. jouw conclusie uit 3 en 4 omtrent de richting van de lorentzkracht?
6. jouw conclusie uit 5 omtrent baan a of baan b als juiste?

Ik snap niet hoe u lijn 3 heeft geconcludeerd. Zoudt u me het misschien kunnen uitleggen?

terug naar het hoofdstuk elektro:

elektrische stroom is gedefinieerd als lopend van plus naar min.

simpel gezegd is dat de weg die een positief deeltje zou volgen van een plaats met overschot aan positieve deeltjes naar een plaats met tekort aan positieve deeltjes.
Zoals lucht ook stroomt van een plaats met een overschot aan lucht (hogedrukgebied) naar een plaats met een tekort aan lucht (lagedrukgebied)

De stroomrichting  is dus de richting die een positief geladen deeltje volgt. 

in de bekendste geleiders kunnen positieve deeltjes niet stromen: protonen zitten vast in de atoomkernen, kunnen nergens heen. 



Hier stromen negatief geladen deeltjes van links naar rechts, maar de elektrische stroom,  , loopt dus van rechts naar links, ALSOF er positieve deeltjes zouden stromen.

Inderdaad!! Ik was dat stuk helemaal vergeten. Zeer bedankt voor uw aandacht!!


groet,

Lis