Snelheid

Claudia stelde deze vraag op 07 februari 2019 om 21:44.

De snelheid van een fietser is 18km/h, hij fiets een afstand van 5,5 km in 21 min. Onderweg stopt hij voor een verkeerslicht.

Bereken hoe lang hij voor het verkeerslicht heeft gedaan.

mijn berekening:
21 min naar uur gebracht = 0,35
en 5,5 : 18 = 0,30
0,35 - 0,30 = 0.05 dus hij deed 0.05h over de verkeerslicht. Klopt mijn berekening? 

Reacties

Jan van de Velde op 07 februari 2019 om 22:17
dag Claudia,

Je uitkomst klopt op een afronding onderweg na, maar heb jij geleerd om dat zo als een wiskundesommetje, zonder grootheden, eenheden en formules, te noteren? 

Want als je dat bij mij zo op een PW zou doen zou dit je op zijn best de helft van de punten opleveren. 

dan zag ik dat toch graag minstens als
rijtijd t=s/v = 55/18 = 0,30555.. h
21 min = 0,35 h
wachttijd voor stoplicht t= 0,35 - 0,30555 = 0,044...h 

En dat zijn precies 160 s. (door je afronding onderweg zit je er 20 s naast met je 0,05 h)

Groet, Jan
Claudia op 07 februari 2019 om 22:24
Nee ja klopt! Formules moeten er altijd achter... vergeet dat af en toe.
ik had nog een vraagje.

de fietser rijd met een snelheid van 27 km/h bereken hoeveel omwentelingen het wiel per minuut maakt.

ik zette de 27 km/h om naar 7m/s vervolgens maakte ik daar minuten van en kwam ik uit op:
450 minuten , wat ik een raar antwoord vind... klopt dit?
Jan van de Velde op 07 februari 2019 om 22:47

Claudia plaatste:

Nee ja klopt! Formules moeten er altijd achter... vergeet dat af en toe.

Die moeten er niet achter, die moeten ervóór. Ik heb ook zo'n leerling gehad, die bleef dat vergeten ondanks dat ik er hem elk tentamen weer mee rond zijn oren sloeg, (figuurlijk, letterlijk mag ik dat helaas niet) , en die heeft daardoor een herexamen moeten doen.

Claudia plaatste:

de fietser rijd met een snelheid van 27 km/h bereken hoeveel omwentelingen het wiel per minuut maakt.

ik zette de 27 km/h om naar 7m/s vervolgens maakte ik daar minuten van en kwam ik uit op:
450 minuten , wat ik een raar antwoord vind... klopt dit?

en dat zijn van die rare antwoorden die je krijgt als je niet minstens met grootheden en eenheden werkt, en zo bijhoudt wat nou feitelijk de betekenis is van het getal aan het eind van je berekening. Want als je een toerental berekent zal dat antwoord uiteindelijk in RPM moeten staan, zeker niet in minuten. 

Overigens, 7,5 m/s afronden op 7 m/s helpt ook al niet mee om correcte antwoorden te vinden.

Of die "450" überhaupt ergens op slaat? Zolang ik je rekenstappen niet zie vraag je nogal veel van me, want dan moet ik gaan bedenken hoe jij daar aan gekomen zou kunnen zijn. 

Maar zal ik je eens wat zeggen?
Omdat je zo gruwelijk slordig zit te rekenen heb je niet eens door dat je een snelheid in m/s vermenigvuldigde met een dimensieloos getal, nl de 60 van "60 s in een minuut" en daardoor op 450 m/min uitkwam. Nog steeds een snelheid.

Als je zo doorgaat is je natuurkundecarriëre binnen een jaar ten einde, want zodra de onderwerpen wat abstracter worden (energie, magneetsterkte, noem maar wat) loop je in het eerste het beste sommetje muur-en muurvast. Je struikelt nu al. En bij scheikunde wordt chemisch rekenen een hel. Economie? Forget it.

There are no shortcuts to consistently correct answers.

Hang dat boven je bed.
Wie op de eenvoudiger sommetjes, vanaf leerjaar 2 middelbaar, niet oefent met gestructureerd rekenen zal dat ook niet kunnen zodra het allemaal wat ingewikkelder wordt. 

Groet, Jan
claudia op 07 februari 2019 om 22:52
Oke! Haha begrepen.
zou je me dan nu kunnen uitleggen hoe ik die som kan berekenen ?
claudia op 07 februari 2019 om 23:10
7,5 m/s : 60 = 0,125 min

klopt dit?
Claudia op 07 februari 2019 om 23:12
Nou, zo bereken ik het om naar minuten.
Jan van de Velde op 07 februari 2019 om 23:13

claudia plaatste:

Oke! Haha begrepen.

kennelijk nog niet, want:

claudia plaatste:

7,5 m/s : 60 = 0,125 min

wat stelt die "60" voor?
claudia op 07 februari 2019 om 23:14
Ohhhhh dat mag nooit bij m/s tuurlijk. Maar hoe bereken ik hem dan wel om naar minuten?
Jan van de Velde op 07 februari 2019 om 23:27

Claudia plaatste:

Nou, zo bereken ik het om naar minuten.
huh? 

jij rekent een snelheid om naar een tijd? 

wat jij hier doet is 



dus volgens jou heb je nu ergens 0,125 meterminuut per secondekwadraat. 



Laen we eerst maar eens rustig gaan slapen. 

Druk intussen die spreuk die ik eerder gaf af, en hang hem boven je bed.

claudia plaatste:

Oke! Haha 
Niks haha. Sorry, ik schrijf dit soort dingen als boven hier zelden, want dat kan zo raar en bot overkomen op een scherm, hoewel het opperbest bedoeld is. 

Maar even serieus, stop met lachen, stap naar je natuurkundedocent, vraag om een paar bijlessen gestructureerd aanpakken van berekeningen, volg die adviezen die je dan gaat krijgen ook op en oefen ermee, en zodra je dàt kunt kun je mogelijk weer verder geholpen worden via een forum als dit. Want dit zit al zó diep dat ik daar via een beeldscherm weinig aan kan verhelpen. Zonde van jouw en mijn tijd. 

Met goedbedoelde groet, Jan
rosanne op 08 februari 2019 om 14:09
Volgens mij moet je het niet zo doen claudia.

 5,5 km ( de afstand ) : 27 km/h = 0,203 h
vervolgens zet je 0,203 h om naar minuten door x 60 te doen;

0,203 h x 60 = 12,22 min.
klopt dit?
rosanne op 08 februari 2019 om 14:10
Oeps bedoel 12 omwentelingen geen min.
claudia op 08 februari 2019 om 14:12

Jan van de Velde plaatste

stap naar je natuurkundedocent, vraag om een paar bijlessen gestructureerd aanpakken van berekeningen, volg die adviezen die je dan gaat krijgen ook op en oefen ermee, en zodra je dàt kunt kun je mogelijk weer verder geholpen worden via een forum als dit. Want dit zit al zó diep dat ik daar via een beeldscherm weinig aan kan verhelpen. Zonde van jouw en mijn tijd. 

Met goedbedoelde groet, Jan
Mijn docent is momenteel ziek. Dus, dat kan niet.
Claudia op 08 februari 2019 om 14:12

rosanne plaatste:

Oeps bedoel 12 omwentelingen geen min.
Oh bedankt! 
rosanne op 08 februari 2019 om 16:31

rosanne plaatste:

Volgens mij moet je het niet zo doen claudia.

 5,5 km ( de afstand ) : 27 km/h = 0,203 h
vervolgens zet je 0,203 h om naar minuten door x 60 te doen;

0,203 h x 60 = 12,22 min.
klopt dit?
  • Klopt mijn antwoord?
  • geen probleem claudia
Jan van de Velde op 08 februari 2019 om 16:36

claudia plaatste:

Jan van de Velde plaatste

stap naar je natuurkundedocent, vraag om een paar bijlessen gestructureerd aanpakken van berekeningen, volg die adviezen die je dan gaat krijgen ook op en oefen ermee, en zodra je dàt kunt kun je mogelijk weer verder geholpen worden via een forum als dit. Want dit zit al zó diep dat ik daar via een beeldscherm weinig aan kan verhelpen. Zonde van jouw en mijn tijd. 

Met goedbedoelde groet, Jan
Mijn docent is momenteel ziek. Dus, dat kan niet.
dag Claudia,

dit is geen momenteel probleem, dus dat kan wel even wachten tot hij terug is. 

Groet
Jan van de Velde op 08 februari 2019 om 16:49

rosanne plaatste:

Volgens mij moet je het niet zo doen claudia.

 5,5 km ( de afstand ) : 27 km/h = 0,203 h
vervolgens zet je 0,203 h om naar minuten door x 60 te doen;

0,203 h x 60 = 12,22 min.
klopt dit?


rosanne plaatste:

Oeps bedoel 12 omwentelingen geen min.

dag Rosanne,

Klasgenootje van Claudia? Heeft niemand jullie geleerd een beetje gestructureerd te rekenen? 

Het enige wat je hier doet is omrekenen van uur naar minuut, 0,203 h = 12,22 minuten ja. Niet meer of niet minder. En als je er dan achteraan gooit "oeps, omwentelingen" dan heb ook jij dus blijkbaar geen idee waar je mee bezig bent. Want ze vragen ook niet naar omwentelingen, maar naar omwentelingen per minuut.

We kloppen wat getalletjes in een rekenmachien en dat was het dan. Jullie probleem is niet dit fietservraagstukje, jullie probleem is een stuk basisvaardigheid. En dat soort fundamentele problemen zijn niet via een vraagbaak op te lossen. Zoek effectieve één op één hulp om dat in orde te krijgen. En trek daar de tijd voor uit, want dat leer je niet in een halfuurtje. Want op deze wijze kom je geen stap verder, niet met natuukunde, niet met scheikunde, niet met economie. 

groet, jan


Rosanne op 08 februari 2019 om 16:54
Oh, ja zal ik doen. Maar ik snap uw reactie niet echt... 
is het antwoord goed? Of juist niet..
” 12,22 min ja. Niet meer of minder “ het antwoord is dus goed?
Jan van de Velde op 08 februari 2019 om 17:07
dag Rosanne,

als dat je antwoord was op:

Claudia plaatste:

de fietser rijdt met een snelheid van 27 km/h bereken hoeveel omwentelingen het wiel per minuut maakt.

dan slaat dat nergens op. 

Ik ben leraar natuurkunde op een middelbare school. Als ik jullie hier zo bezig zie dan kan ik je maar één advies geven als je verder wil met een rekenvak als natuurkunde, scheikunde of economie:

Jan van de Velde plaatste

stap naar je natuurkundedocent, vraag om een paar bijlessen gestructureerd aanpakken van berekeningen, volg die adviezen die je dan gaat krijgen ook op en oefen ermee, 
En oefen uren en uren en uren.

En stop hier zolang mee, want dit gaat via deze weg niks opleveren voor jou/jullie.
Rust goed uit voor de inhaalslag die je moet gaan maken op het gebied van gestructureerd rekenen. Dat zou wel eens genoeg moeite kunnen gaan kosten.

Groet, Jan

Dit topic is gesloten voor verdere reacties.