Glijbaan

Anna stelde deze vraag op 29 januari 2019 om 16:31.

 Kan iemand me hiermee helpen. Ik moet deze opdrachten als huiswerk maken, maar ik snap er niks van.

Reacties

Anna op 29 januari 2019 om 16:49
Ik ben er die les alleen niet en de les daarna heb ik de toets, dus ik zou het erg fijn vinden als iemand deze voor mij uit kan leggen.
Theo de Klerk op 29 januari 2019 om 17:06
Dit is trouwens een vwo examenvraag uit 2002, 2e tijdvak, vraag 3.
Vreemd genoeg is dit het eerste jaar dat nog beschikbaar is op www.examenblad.nl maar de opgaven zijn verdwenen en alleen de antwoorden nog beschikbaar https://static.examenblad.nl/9336102/d/havovwo/2029-25cv.pdf
Dan heb je meer aan de NVON verzameling: https://www.nvon.nl/examen/examen-2002-2-vwo-natuurkunde-12
Jan van de Velde op 29 januari 2019 om 17:33
Dag Anna,

kijken we naar vraag 2:

1) Als Johan van punt A gewoon recht naar beneden kon vallen, hoe groot zou dan zijn versnelling zijn?

Johan "valt" echter schuin naar beneden, langs die helling. De wrijvingskracht werkt langs die helling (evenwijdig daaraan) naar boven, en evenwijdig aan de helling naar beneden werkt dan de component van de zwaartekracht langs die helling. 

2) bereken dus eerst eens de zwaartekracht op Johan

3) ontbind dan die zwaartekracht in twee compnenten, eentje langs de helling en eentje loodrecht op die helling. 

werk dat eens voor ons uit hier, en vertel waar je op vast loopt. 

groet, Jan
Anna op 29 januari 2019 om 19:16
Zwaartekracht = 9,81 x 42 = 412 N.
En dan doe ik de sinus waarbij de zijden van de driehoek Fz, Fz parallel en de lijn tussen die twee zijn. Dan kom ik uit op sin(70°) = 412/Fz parallel. Dan: 412/sin(70°) = 438,4 N. Ik snap alleen niet waarom Fz parallel groter is dan de zwaartekracht, want de vecyor van zwaartekracht is langer. 
Jan van de Velde op 29 januari 2019 om 19:28

Anna plaatste:

 Ik snap alleen niet waarom Fz parallel groter is dan de zwaartekracht, want de vector van zwaartekracht is langer. 
goed opgemerkt dat dat niet kan. Ik weet haast zeker dat je verkeerd ontbindt . 

zo hoort het, werklijn evenwijdig aan de helling, en loodrecht erop:



we zien hier de zwaartekracht ontbonden in een normaalkracht Fn (loodrecht op de helling) en een kracht F// evenwijdig aan de helling


groet, Jan
Anna op 29 januari 2019 om 19:34
Maar als je het dan zo hebt ontbonden, zoals u dat heeft gedaan, hoe moet je dan verder?
Jan van de Velde op 29 januari 2019 om 19:36
goniofoutje maakte je ook zie ik ik nu:

cos(20°) = F// : Fz

F// = Fz·cos(20°) .....
Anna op 29 januari 2019 om 19:51
Waarom is het cosinus? Het is toch de overstaande en schuine zijde die je wilt weten en dan moet je toch sinus gebruiken.
Jan van de Velde op 29 januari 2019 om 19:57

zoals hierboven.

Óf je gebruikt vanuit die die andere hoek, linksonder,  sin(70°) ....
Anna op 29 januari 2019 om 22:55
Ohh ik snap het! Heel erg bedankt voor uw hulp!! Ik zit alleen nog met het probleem dat ik geen flauw idee heb hoe ik vraag 3 aan moet pakken..
Jan van de Velde op 29 januari 2019 om 22:58
Waar hangt de de grootte van de schuifwrijvingskracht van af?
Anna op 29 januari 2019 om 23:09
De wrijvingscoefficient en de normaalkracht 
Jan van de Velde op 29 januari 2019 om 23:24
precies.

dus bereken op die twee stukken glijbaan eens de normaalkrachten, en vergelijk. Als je F// kunt berekenen, dan kun je ook Fn berekenen.

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Ariane heeft zesentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

Antwoord: (vul een getal in)