Teken de situatie eens. Blijkbaar hangt de waslijn in een V vorm met links een lengte van 1 m en (dus) rechts met een lengte van (4-1=) 3 m.
In de knik hangt de massa die blijkbaar een gewicht heeft van 80 N.
Kwestie van vectoren tekenen en bepalen of uitrekenen langs de waslijn en wel zodanig dat de vertikale componenten van de spanningskrachten tezamen het gewicht opheffen (dwz een netto vertikale component hebben die even groot is). Moet je wel weten welke afstand de waslijn overspant tussen de beide aanhechtingen aan de muren of palen.
Zie ook
https://www.natuurkunde.nl/vraagbaak/64178