dan geldt dus wat ik al zei :
denken in de richting van een aandrijvende kracht, die dan een theortisch maximale versnelling geeft, maar een lagere werkelijke versnelling als we ook rekening gaan houden met tegenkrachten
op een ideaal karretje op een ideale helling werkt alleen de zwaartekracht. Daarvan is er een component langs de helling die je kunt berekenen , zie bijv. hier:
https://www.natuurkunde.nl/vraagbaak/2180 kijken we alleen naar die rode krachtvectoren dan geeft dat een theoretisch maximale versnelling.
Maar een echt karretje vertoont al minstens last van rolwrijving, zodat de werkelijke versnelling lager zal zijn. En die werkelijke versnelling meet jij in het experiment. Uit het verschil kun je de grootte van de wrijvingskrachten bepalen.