Reacties
theo
op
16 maart 2018 om 09:34
1) "nuttig" is wat je voor gebruik kunt inzetten, niet wat allemaal daar bovenop hiervoor nodig blijkt. Vermogen = energie/tijd. In SI eenheden J/s (=W)
1kg water doorpompen geeft 31,4 J aan het water. In 0,92 s. Hoeveel water wordt in 1 s doorgepompt en hoeveel energie is dat?
2) die energie is een toename van de zwaarte energie. Hoeveel neemt deze toe bij het water dat in 1 s wordt opgepompt? Noem dit A
Om dat te doen gebruikt de pomp energie geleverd door de panelen. Die leveren 85W. Hoeveel joule is dat elke seconde? Noem dat B.
Rendement pomp = A/B (x100%)
3) Het paneel levert 85 W uit ontvangen zonne-energie. 12% van die zonne-energie wordt in stroom (85 W) omgezet. Als 12% met 85 W overeenkomt, hoeveel is dan 100% (=energie die de zon elke seconde levert)?
4) Rendement van het hele systeem = nuttige energie aan water toegevoegd / totale energie daarvoor nodig. Het eerste weet je uit opg 1, het laatste uit opgave 3
1kg water doorpompen geeft 31,4 J aan het water. In 0,92 s. Hoeveel water wordt in 1 s doorgepompt en hoeveel energie is dat?
2) die energie is een toename van de zwaarte energie. Hoeveel neemt deze toe bij het water dat in 1 s wordt opgepompt? Noem dit A
Om dat te doen gebruikt de pomp energie geleverd door de panelen. Die leveren 85W. Hoeveel joule is dat elke seconde? Noem dat B.
Rendement pomp = A/B (x100%)
3) Het paneel levert 85 W uit ontvangen zonne-energie. 12% van die zonne-energie wordt in stroom (85 W) omgezet. Als 12% met 85 W overeenkomt, hoeveel is dan 100% (=energie die de zon elke seconde levert)?
4) Rendement van het hele systeem = nuttige energie aan water toegevoegd / totale energie daarvoor nodig. Het eerste weet je uit opg 1, het laatste uit opgave 3
Theo de Klerk
op
16 maart 2018 om 09:38
4) of rendement totaal = rendement1 x rendement2 x ...
Isabel
op
18 maart 2018 om 16:56
ik snap uw uitleg niet. Kunt u het misschien wat duidelijker zijn. Ze vragen bij vraag 1 wat nuttig is. Ik snap niet helemaal wat nuttig is.
Jan
op
18 maart 2018 om 17:43
Isabel plaatste:
Ik snap niet helemaal wat nuttig is.Stel jij eet een paar dikke boterhammen voordat je een eind gaat fietsen. Aan verbrandingswarmte levert dat (bijv) 1 000 000 J energie op.
Anderhalf uur fietsen (gewoon gangetje) kost ongeveer 1 000 000 J.
Toch houd je dat op die boterhammen maar een half uurtje vol, en heb je dus maar 300 000 J (nuttig) besteed aan fietsen. De rest, 700 000 J, raak je (nutteloos) kwijt aan warmte die jouw lichaam behalve beweging ook produceert. Het rendement van de fietsmachine genaamd Isabel is dus:
oftewel, dertig procent van de chemische energie (boterham) die in de "machine" verdween kwam er in een nuttige vorm uit.
in jouw opdracht 1 moet er water omhoog tegen de zwaartekracht in. De zwaarte-energie die dat moet kosten is nuttig, want we willen dat water omhoog hebben.
die 31,4 J per kg water is dus nuttige energie.
(via Ez= m·g·h weten we nu trouwens dat dat water 3,2 m omhoog moet, want 31,4 = 1,0 x 9,8 x h geeft voor h ongeveer 3,2 m. Ze wilden je dat kennelijk niet eerst laten uitrekenen)
die kg water gaat omhoog in 0,92 s.
E= 31,4 J
t= 0,92 s
P = ??
zoek formule met E, t en P, en bereken P.
groet, Jan
Isabel
op
18 maart 2018 om 20:32
Oh ja, ik snap het!
1) 42,13 is dus de antwoord!
2) ik heb hier 34,13-31,4= 2,73 Joule. Dus de toename is 2,73
2 b) 85 W. hv3 1 5s dat elk seconde. W= J/S . 85= J/1. j is 85.
Rendement is N= nuttig/ verbruik x 100. 2,73/ 85 is 3,21
3) hvl zonne energie paneel per seconde opvangt:
12 % = 85
1 % = 7,08
100% = 708,3
4) rendement totaal: 34,13 x 3,21 = 109, 557.
Is dit goed?
1) 42,13 is dus de antwoord!
2) ik heb hier 34,13-31,4= 2,73 Joule. Dus de toename is 2,73
2 b) 85 W. hv3 1 5s dat elk seconde. W= J/S . 85= J/1. j is 85.
Rendement is N= nuttig/ verbruik x 100. 2,73/ 85 is 3,21
3) hvl zonne energie paneel per seconde opvangt:
12 % = 85
1 % = 7,08
100% = 708,3
4) rendement totaal: 34,13 x 3,21 = 109, 557.
Is dit goed?
Jan van de Velde
op
18 maart 2018 om 21:33
Isabel plaatste:
1) 42,13 is dus de antwoord!
en werk het eens netjes uit:
P= E/t = 31,4/0,92 = 34,13 .....
en daarmee ben je er nog niet, want er hoort bij dat getal ook een eenheid. Welke? En check daarbij, welke grootheid berekende ik eigenlijk, en wat is de eenheid die daarbij hoort? Niet zonder nadeneken zomaar iets neerplempen.
Als je een leerling van mij was, bij gebrek aan formule, berekening en eenheid bij het antwoord, ook al zou dat antwoord goed zijn, 0 punten....
bij twee denk je helemaal verkeerd en ook daar werk je niet volledig uit, dus
drie is correct, behalve dat je eenheid van ej antwoord weer eens vergeet
en 4 kàn nooit goed zijn, want een rendement van 109% zou betekenen dat er meer energie uitkomt dan erin gaat, en zulke machines bestaan helaas niet. Al zit héél de wereld er met smart op te wachten, die gaan nooit komen ook.
vraag 2: zet eens je gegeven en gevraagd op een rijtje, zoek een formule daarmee, vul die in en reken die uit. Een rendement is geen toename, een bruikbare formule daarvoor noteerde ik in mijn voorgaande bericht, maar behalve met energie werkt die ook net zo goed met vermogens.
groet, Jan
Isabel
op
18 maart 2018 om 23:08
1) p= e/ t
p= 31,4 / 0,92
p= 34,13 W
2= formule: n= Pnuttig/ p verbruik x 100
gegevens: n: 12%
nuttig=- 34,13
verbruik?
verbruik= nuttigx 100%/ n
verbruik= 34,13 x 100/ 12
verbruik is 284,41 W
3) 12%= 85 w
1%= 7.09 W
100% 708,3 W
4) formule: nuttig energie/ totale energie X 100
34,13/ 708,3
0,048 X100
4,8
Bedankt! Is het dit keer goed?
p= 31,4 / 0,92
p= 34,13 W
2= formule: n= Pnuttig/ p verbruik x 100
gegevens: n: 12%
nuttig=- 34,13
verbruik?
verbruik= nuttigx 100%/ n
verbruik= 34,13 x 100/ 12
verbruik is 284,41 W
3) 12%= 85 w
1%= 7.09 W
100% 708,3 W
4) formule: nuttig energie/ totale energie X 100
34,13/ 708,3
0,048 X100
4,8
Bedankt! Is het dit keer goed?
Jan van de Velde
op
18 maart 2018 om 23:28
Isabel plaatste:
1) p= e/ tp= 31,4 / 0,92
p= 34,13 W
Isabel plaatste:
2= formule: n= Pnuttig/ p verbruik x 100
gegevens: n: 12%
nuttig=- 34,13
verbruik?
Hou het helder: het rendement van 12% is een gegeven voor dat zonnepaneel, terwijl jou hier juist wordt gevraagd het rendement te berekenen (en dan wel van die pomp, niet van dat paneel, dat weten we al...)
hou je grootheden en eenheden op een rijtje: verbruik bereken je niet in watt. Vermogen wel
we hadden al besproken dat onze wens was om water omhoog te pompen, dat dat dus nuttige energie was, en gegeven was dat hiervoor 31,4 J nodig was in 0,92 s, dus dat je nuttige vermogen 34,13 W zou zijn.
In je gegevens staat een werkelijk (elektrisch) vermogen dat de pomp opneemt.
gegeven-gevraagd:
Pnuttig = 34,13 W
Ptotaal= 85 W
η = ??
Groet, Jan
Oh, enneh, beetje zinloos om eerst je bericht te plaatsen, en kort daarop nóg een keer, en dan bovendien inclusief volledig citaat. Veel scroll- en leeswerk voor niks.
Isabel
op
19 maart 2018 om 19:21
Ah okay! Snap hem. Dus ik moet goed schrijven war zevan me verwachten en mijjn gegevens op een rij zetten. En dat moet ik dan oplossen met een formule! Vraag 2 snap ik. Ik vroeg me af of vraag 4 goed was. 4) formule:n= nuttig energie/ totale energie X 100
34,13/ 708,3 =
0,048 X100
4,8
oh, ja. sorry ik doe dit voor het eerst. ik weet niet hoe dit werkt. mijn excuses.
34,13/ 708,3 =
0,048 X100
4,8
oh, ja. sorry ik doe dit voor het eerst. ik weet niet hoe dit werkt. mijn excuses.
Jan van de Velde
op
19 maart 2018 om 19:43
Isabel plaatste
Vraag 2 snap ik.Ik vroeg me af of vraag 4 goed was.
4) formule:n= nuttig energie/ totale energie X 100
34,13/ 708,3 =
0,048 X100
4,8
alleen
- zijn die 34,13 en die 708,3 geen energieën maar vermogens
- pleeg jij "breiwerk", iets waar je wiskundeleraar niet blij mee is.
- vergeet je de eenheid (%) bij je antwoord; of heeft dat systeem een rendement van 4,8 chocolaatjes?
Pnuttig = 34,13 W
Ptotaal = 708,3 W
η = ??
2)
en met breiwerk bedoelen we dan:
34,13/ 708,3 = 0,048 X100
dat =-teken betekent dat links en rechts gelijk moeten zijn aan elkaar.
maar 34,13 : 708,3 is gelijk aan 0,048, niet gelijk aan 4,8 x 100
brei geen sometjes aan elkaar op deze manier.
3)
of heeft dat systeem een rendement van 4,8 chocolaatjes?
andere oplossingsaanpak voor 4) is het rendement van die panelen (12%) te vermenigvuldigen emt het rendement van die pomp (40%)
12% van 40 % = 0,12 x 0,40 = 0,048 = 4,8%
Groet, Jan
Isabel
op
19 maart 2018 om 19:59
Jan van de Velde plaatste:
Dat vraag ik me ernstig af, plaats dan je (nette) uitwerking eens?
2) ? = de rendement van de pomp
formule= n= Pnuttig/ Ptotaal x 100%
gegevens:
Pnuttig is: 34,13 W
P totaal is: 85 W
n= Pnuttig/ P totaal x 100%
N= 34,13 / 85 x 100%
N= 40,15%
de rendement van de pomp is 40,15%
Jan van de Velde
op
19 maart 2018 om 20:19
Isabel plaatste:
? = de rendement van de pomp
formule= n= Pnuttig/ Ptotaal x 100%
gegevens:
Pnuttig is: 34,13 W
P totaal is: 85 W
n= Pnuttig/ P totaal x 100%
N= 34,13 / 85 x 100%
N= 40,15%
de rendement van de pomp is 40,15%
Pnuttig is: 34,13 W
P totaal is: 85 W
? = η
η= Pnuttig/ Ptotaal x 100%
η= 34,13 / 85 x 100%
η= 40,15%
Ik zie veel gevallen van mensen die alvast een formule kiezen, en dan hun gegevens, of die nou in die eenmaal gekozen formule passen of niet, met geweld in die formule te wringen.
maar voor het overige: helemaal goed.
groet, Jan