Hieronder kun je de (goeie) coëfficiënten invullen en per stuk gelijk automatisch laten controleren

 goed gedaan? :-) ............... nog een foutje? :-(

 http://users.telenet.be/wiskundehoekje/chemoef/reactievgl.htm

en nog een serie:

http://users.telenet.be/wiskundehoekje/chemoef/reactievgl2.htm

 -----------------------------

Dag Jolijn,

Hierboven wat links naar interactieve oefeningetjes op internet.

Denk hierover gewoon als over puzzeltjes. Tijdens de reacties mogen geen atomen zomaar spontaan opduiken of verdwijnen. Als je er links 8 koolstofatomen instopt (bijvoorbeeld) dan moeten er rechts, alles opgeteld, ook 8 koolstofatomen uitkomen.

 ...CH₄ + ...O₂ >   ...CO₂ + ...H₂0

 De C's zijn al in evenwicht, lekker laten staan zo. Kijken we naar de H's. Links 4 stuks, rechts in H2O zie ik er maar 2. Dat is op te lossen door twee watermoleculen te laten ontstaan:

1 CH₄ + ...O₂ > 1 CO₂ + 2 H₂0

 De C's en H's zijn nu in evenwicht, nu nog de O's . Links zie ik er 2, rechts 2 stuks in CO2 en 2 stuks in 2 H2O, totaal 4 dus. Dat is op te lossen door er links 2 zuurstofMOLECULEN in te stoppen:

1 CH₄ + 2 O₂ > 1 CO₂ + 2 H₂0

De coëfficiënten van "1" kun je weglaten:

CH₄ + 2 O₂ > CO₂ + 2 H₂0

Nou, tel maar na.............  :-)

 

De tweede is een héél stuk ingewikkelder, daar zitten de belangrijkste truukjes allemaal in.

maak de N kloppend (dat is 'ie al)

dan de H's. Met een oneven aantal H's lukt dat nooit. Maar je zou er 2 NH₃ in kunnen stoppen. Hoeveel H₂O heb je dan nodig om de H's  in evenwicht te krijgen?

Nu heb je alleen die N veranderd die al in evenwicht was. Nu even opnieuw in evenwicht brengen. (rechts 2 NO eruit)

Nu heb je rechts 5 O's nodig. Dat zijn dus 2½ moleculen O₂, want zuurstof kun je niet in losse atomen toevoegen. Halve moleculen bestaan echter niet. Pak er dan 2 x zoveel, MAAR DAT BETEKENT DAT JE OVERAL 2 X ZOVEEL VAN NODIG HEBT want met die 2½O₂ zou alles in evenwicht geweest zijn. 

Maak hem maar eens zo, stap voor stap, en type hem hier maar voor controle. Speel met die sites. Zijn er dan nog reacties waar je in vastloopt, kom er dan maar mee. Maar het is eigenlijk steeds een puzzeltje, meer niet. En steeds is het ongeveer hetzelfde stappenplannetje.

Laat je weten of het lukt? 

Groet, Jan

Ik heb een som die ik niet snap.

Som:
... H2O + ....F2  -> ...HF + ...O2

Ik kom niet verder dan dit maar weet niet of het goed is. 

...H2O + 1 F2  -> 2 HF + ...O2

Alvast bedankt

dag Laura,

je bent al goed op weg. Links en rechts kloppen de haatjes en de efjes. Alleen nog één probleem, links staat er één ootje, rechts twee. 

we zouden dus graag willen:

H₂O + F₂ -> 2HF + ½O₂

Want zó klopt hij dan wel.
Maar dat mag/kan niet, want  halve ootweetjes (of losse ootjes) bestaan niet.
Maar er is een heel eenvoudige manier om dat op te lossen. Gewoon alles aan alletwee de kanten met twee vermenigvuldigen

2H₂O + 2F₂ -> 4HF + O₂

Groet, Jan

Ik heb een som die ik niet snap: 

... Ca(OH)2 + ... H3PO4  > ... Ca3(PO4)2 + ... H2O

Bedankt alvast! 

dag Anna,

we hebben een functie voor subscript, een knopje met "x₂".

gebruik dat, want dat is heel belangrijk voor reactievergelijkingen.

... Ca(OH)₂ + ... H₃PO₄ > ... Ca₃(PO₄)₂ + ... H₂O

rechts komen er kennelijk 3 calciumatomen uit. 
die gaan er dan links ook in moeten. Doe dat eerst eens, en plak dan die regel hier? 

groet, Jan 

Hallo, 

Dit is hem: 

... Ca(OH)₂ + ... H₃PO₄ > ... Ca₃(PO₄)₂ + ... H₂O

Dankjewel voor Uw tijd :).

Ik zie links nog geen 3 calciumatomen?

Maar wel ... die je zelf mag invullen. 
Als je links 3 Ca(OH)₂ neemt dan klopt rechts Ca₃ ook...

Hoe krijg je zo iets het snelst onder de knie? 
Ik snap er niks van.

dag Siebe,

da's maar een kwestie van consequent puzzelen, waarbij je een paar basisregels in de gaten moet houden:

1. atomen raken niet kwijt, en komen ook niet uit het niets te voorschijn. Links staan er van elke soort dus precies evenveel atomen als rechts
2. Er staan bij moleculen twee soorten cijfers, coëfficiënten en _indexen, bijvoorbeeld 3H₂O : aan die indexen kun je niet gaan knoeien om je reactievergelijking in orde te krijgen, want dan krijg je een andere stof: H₂O is iets heel anders dan H₂O₂.  Maar die coëfficiënt 3 hierboven betekent alleen maar dat je 3 moleculen H₂O hebt. Zou je om je reactie kloppend te krijgen 5 watermoleculen nodig hebben dan kan dat, want dat is maar een kwestie van wat meer water toevoegen.
3. coëfficiënten of indexen van 1 noteren we niet, maar dat is net als bij wiskunde: daar noteer je ook niet 1a + 2b, of x^{1 ,} maar a + 2b, of x
4. Veel atomen zijn niet "los verkrijgbaar". Bijvoorbeeld waterstof, zuurstof en de halogenen komen alleen in koppeltjes van 2 voor, H₂, O₂, Cl₂ enz, of gebonden aan nog andere atomen.

Willen we dan propaangas verbranden, dan wordt eht reactieschema:
propaan + zuurstof --> koolstofdioxide + water

in molecuulformules geschreven wordt dat een reactievergelijking:

... C₃H₈ + ...O₂  --> ...CO₂ + ... H₂O

Op de puntjes ga je nu moeten uitvogelen hoeveel van elk van die moleculen je nodig hebt om de zaak kloppend te krijgen. En dat is gewoon een kwestie van ergens beginnen. Hier bijvoorbeeld vooraan, met C : links staan er 3 C's van dat ene propaanmolecuul, rechts vind ik alleen C in koolstofdioxide. Volgens regel 1 gaat er niks kwijtraken, volgens regel 2 mag ik niet in de indexen knoeien. Dus kan de boel alleen maar kloppen als er drie CO₂ moleculen gaan vrijkomen bij de verbranding

... C₃H₈ + ...O₂ --> .3.CO₂ + ... H₂O 

Koolstof is nu in evenwicht: links 1 molecuul met 3 C-atomen, rechts 3 moleculen met elk 1 C-atoom. 

Ben je zover mee? 

groet, Jan

Ja danku ben nu helemaal mee.

Fijn zo :)

Goed, zet dan zelf de volgende stap: links heb ik in dat propaanmolecuul
8 H-atomen. Rechts slechts 2 in een watermolecuul. Hoeveel watermoleculen zullen er dus moeten ontstaan bij de verbranding van één propaanmolecuul?

hoi 
Ik heb een vraag ik snap niet hoe ik deze kloppend moet maken ik heb alles geprobeerd maar ik kom er maar niet uit.
C2H5OH (g) ---->  CO (g) + H2O (l)

bedankt alvast!

ik heb hem al er moest nog zuurstof bij :)

ik heb een som maar ik weet niet hoe ik hem kloppend moet maken
...F2 + ...H2 -> ...HF

F₂ + H₂ = 2 HF   ????
Type en hoeveelheid van elk element blijft hetzelfde voor en na een chemische reactie.

dag allemaal,

Eigenlijk horen dit soort scheikundeprobleempjes helemaal niet thuis op een natuurkunde-vraagbaak. 
Met de "beginners"probleempjes durven we jullie nog wel te helpen, maar we hebben het hier ook al druk zat met onze natuurkunde-hulp.

Passender plaatsen zijn:

de vraagbaak van MijnScheikunde.nl
Huiswerk-en-Practica op Wetenschapsforum.nl

En wat betreft de beginners, dit is echt maar een kwestie van gestructureerd puzzelen.

Aan de hand van de twee stap-voor-stap uitlegfilmpjes in de bijlagen lukt het vrijwel al mijn 3T-leerlingen om de meeste puzzeltjes (want dat zijn het) correct op te lossen.
Probeer eens? 

Groet, Jan

toppertje