weerstand van een draad

elisah stelde deze vraag op 29 januari 2005 om 16:38.
hee,

ik ben bezig met een natuurkundeverslag en ik heb een probleem. De weerstand van een draad hangt af van de lengte van de draad en van de doorsnede.

Ik moet uitzoeken waarom de formules
R=ρ.l².A
R=ρ.A
R=ρ.l.A
R=ρ.A/l
R=ρ/A

niet opgaan en R=ρ.l/A wel opgaat.

waarom moet je de lengte door de doorsnede delen? waarom moet je de lengte niet met de doorsnede vermenigvuldigen enzovoorts?

Reacties

j.m.thurlings-van op 31 januari 2005 om 20:18
Als een draad langer wordt (dus l groter is) is er meer weerstand! Als jij een langere weg moet lopen kost je dat ook meer moeite. Dus als l groter wordt, is R groter. Dat moet je in de formule kunnen zien.

Als de draad een grotere doorsnede ( A) heeft, kan er meer stroomsterkte doorheen, dus is de weerstand kleiner. Er kunnen nu eenmaal meer mensen door een brede gang lopen dan door een smalle gang! Dus A ( doorsnede van de draad ) groter, dan R kleiner.
Han op 30 december 2005 om 12:20
Aanvulling op wat hierboven staat:

Je kunt ook uitgaan van een standaard geleider van zeg 10 cm lang en 1 mm2 doorsnee. Als je nu een stuk draad hebt van l=1 m en A=1 mm2 kun je zeggen dat dit een serieschakeling is van 10 standaard draden.

voor een serieschakeling geldt dat de stroom die er door heen moet meer moeite heeft om zowel door de eerste, tweede , derde..... weerstand heen te komen. Vergelijk dit als het lopen/beuken dwars door een muur dan wel meer muren.

Voor een dikkere geleider geldt dat je dit kunt zien als een parallelschakeling van standaard weerstanden (immers heeft iedere geleider een bepaalde weerstand). Als je meer geleiding naast elkaar hebt dan kan de stroom uitkiezen welke geleider er wordt genomen en er ontstaat een grotere stroom, door ieder stukje geleiding iets: daar waar het gemakkelijkst door heen te komen is wordt altijd voor gekozen in de natuur (vergelijk dit met een riviertje) Een grote hoeveelheid water heeft veel moeite om door een smal beekje te stromen, terwijl dezelfde hoeveelheid water weinig moeite heeft om door een zeer brede rivier te stromen

In de natuur verloopt alles via de gemakkelijkste weg (weg van de minste weerstand) omdat dit de minste moeite kost zodat de minste energie nodig is. Ga uit van een vaste spanning van zeg 10 Volt. Bij meer weerstand zal er een kleinere stroom ontstaan omdat het meer moeite kost om door de geleider/weerstand heen te komen. Voor een kleinere weerstand geldt het omgekeerde. De spanning is de drijvende kracht. Het kost de spanning energie om een stroom te veroorzaken door een geleider. Als je meer van die weerstanden achter elkaar hebt dan blijft er steeds minder drijvende kracht over om door de volgende te komen.

Let wel !! weerstand en geleiding is precies hetzelfde, alleen omgekeerd.
lage weerstand=geleiding, lage geleiding=weerstand.

geleiding = 1/weerstand.
In de diverse natuurkunde-boeken kun je het een en het ander aan uitvinders terug vinden. Het is immers een natuur-verschijnsel en is geldig voor zowel elektriciteit, warmte, licht etc.

Ik hoop dat je hier iets aan hebt. Voor welke opleiding/studie is dit onderzoek?
jeroen op 31 januari 2021 om 16:55
230volt / 16 amp
30 meter verlengsnoer op een haspel lengte dikte 2,0 = geen 
60 meter verlengsnoer op een haspel lengte dikte 2,0 = geen 
90 meter verlengsnoer op een haspel lengte dikte 2,0 = nauwelijks
Wanneer krijg je een verval aan stroomsterkte meetbaar? 
Wij hebben dat gemeten en getest waarbij de stroom sterkte nauwelijks heeft hoeven inboeten!
Wie kan mij uitleggen wanneer er daadwerkelijk enig spanningverschil aan het einde meetbaar wordt!
Jan van de Velde op 31 januari 2021 om 17:08

jeroen

 dikte 2,0 

 is dat een diameter (in mm) of een doorsnede (= oppervlakte, in mm²) ??

Het zal overigen niet zo zeer de stroomsterkte zijn die opvallend wordt beperkt bij een relatief kleine verbruiker (bijv een 700 W boormachine). De weerstand van zo'n draad is niet zo heel groot. Maar wel de spanning over de verbruiker aan het eind. Met een beetje forse verbruiker (2000-3000 W) ga je een duidelijke spanningsvermindering bemerken (het apparaat draait merkbaar minder snel/krachtig) omdat de weerstand van de draad dan niet meer verwaarloosbaar is vergeleken met de weerstand van het apparaat. 

groet, Jan

jeroen op 31 januari 2021 om 17:31
diameter mijn excuus
Theo de Klerk op 31 januari 2021 om 18:13
De weerstand kun je bij benadering uitreken voor een ideale draad (en een snoer heeft 2 draden: aanvoer en afvoer!):
R = 
waarbij L de (2x) lengte van de draad is (m) en A  de doorsnede, 1/4 π d2 en ρ de soortelijke weerstand voor het materiaal van de kabel.
Dan kun je kijken hoe de spanning varieert met de weerstand: U = IR

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft vierentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)