Reacties
Jaap
op
07 mei 2006 om 00:34
Dag Brigitte,
Welke vier soorten straling zijn er en wat zijn hun eigenschappen?
Als we ons beperken tot kernstraling (straling die wordt uitgezonden door de atoomKERN), kunnen we de volgende soorten onderscheiden.
Alfastraling: deze bestaat uit alfadeeltjes. Een alfadeeltje bestaat uit twee protonen en twee neutronen. Een alfadeeltje is hetzelfde als een snel bewegende kern van een helium-4-atoom. Alfastraling heeft een groot ioniserend vermogen en geeft een grote kans op biologische schade indien levende cellen worden getroffen. Alfastraling heeft een geringe dracht (dringt nauwelijks in materie door).
Bètastraling: deze bestaat uit zeer snel bewegende elektronen. Misschien vraag je je af hoe een kern (die geen elektronen bevat) elektronen kan uitzenden... het komt erop neer dat een neutron in de atoomkern "verandert" in een proton (dat in de kern blijft) plus een elektron dat als een bètadeeltje door de kern wordt uitgezonden. Bètastraling heeft een kleiner ioniserend vermogen dan alfastraling en geeft een kleinere kans op biologische schade. Bètastraling heeft een bescheiden doordringend vermogen.
Gammastraling: deze bestaat niet uit materiedeeltjes maar uit "porties" zeer energierijke elektromagnetische straling. Eén zo'n portie heet een foton. Gammastraling heeft een groot doordringend vermogen en beweegt met de lichtsnelheid.
Hopelijk heb je hier iets aan voor de bovengenoemde vraag (andere vragen kwam ik in je tekst niet tegen...).
Groeten, Jaap Koole
Jaap
op
07 mei 2006 om 14:05
Dag Brigitte,
In de eerste reactie heb ik vergeten een vierde soort kernstraling te noemen: positronstraling. Deze bestaat uit zeer snel bewegende positronen. Een positron is net een elektron, maar dan positief geladen (in plaats van negatief zoals een elektron). In de kern van sommige atoomsoorten kan een proton "veranderen" in een neutron (dat in de kern blijft) en een positron. Dit positron vliegt met grote snelheid uit de kern. Dat is positronstraling. De eigenschappen hiervan lijken (afgezien van de lading van het deeltje) het meest op die van bètastraling.
Groeten, Jaap Koole
