Deze vraag gaat over een zweefmolen.
Tijdens het draaien beweegt een zweefmolen omhoog. Als hij de maximale hoogte bereikt heeft, blijft hij daar een tijdje ronddraaien en daarna beweegt hij naar beneden.
het (v,t)-diagram van deze verticale beweging:
Als de zweefmolen niet verticaal beweegt, is de hoek t.o.v. de verticaal gelijk aan 40 graden.
Bij de verticale beweging naar boven en beneden is die hoek niet altijd gelijk aan 40 graden. Dit is niet het gevolg van de verticale wrijvingskracht.
De opgave is om het verloop van de hoek tijdens de verticale beweging omhoog en omlaag te maken. De officiële uitwerking staat onder het (v,t)-diagram in de bijlage.
Ik begrijp niet hoe het kan de de hoek kleiner wordt bij een versnelde beweging omhoog en groter wordt bij een vertraagde beweging omhoog. Alvast bedankt!