Dag Kim,

Dan ga je wel eens moeten beginnen met uit te leggen waar je vastloopt, want als ik hier een stuk theorie ga schrijven dat onvermijdelijk erg lijkt op wat er in je boek staat kom jij nog geen stap verder, en verlies ik een berg tijd.

verder stel ik voor dat je de schitterende PhET applet downloadt:

http://phet.colorado.edu/sims/circuit-construction-kit/circuit-construction-kit-ac_nl.jnlp

Met de onderstaande link downloadt je de file naar je computer, kun je offline werken:

http://phet.colorado.edu/sims/circuit-construction-kit/circuit-construction-kit-ac_nl.jar

 Nu kun je zelf eenvoudige schakelingen nabouwen op je computerscherm, met voltmeters en amperemeters, en ZIEN wat er gebeurt met stroomsterkte en zo als je ergens iets verandert. Zodra je dat ding opgestart hebt, kom dan maar eens met een oefening, kunnen we samen proberen die op te lossen. Vertel er dan wel bij in welke klas je zit.

Groet, Jan

halo, ik snap dit niet: als je een schakeling hebt hoe je dan gaat berekenen hoe alles is ja in mijn boek (sensos voor vmbo-t staat helemaal niks) en de meneer heeft helemaal niet goed uitgelegd. dus als je een parralel schakeling hebt wat moet je dan doen met die I1 en I2 ? en die oefeningen kan ik niet openen:S.

om die applet te draaien heb je java-computertaal nodig. Download dat nou maar, want al mijn leerlingen snappen ineens hoe elektrische schakelingen werken als ze hiermee "gespeeld" hebben.

Met je klachten over boeken of docenten kan ik verder weinig. Kom eens met een oefening, letterlijk overgetypt, die je niet snapt.

vmbo 3T neem ik aan?

Groet, Jan

hallo meneer,

ik heb een paar schakelingen op word gemaakt en dit snap ik niet:

hoe kan je zien of het een serie schakeling is of een parralelschakeling? en wij hebben zulke opdrachten:

Voorbeeld 1: we sluiten twee weerstanden in serie aan op een batterij (zie figuur 5). De weerstanden hebben respectievelijk de waarden R1=30 en R2=20. Stel dat de stroomsterkte 0,12A is. Dan staat er over R1 een spanning VAB = (0,12A) · (30) = 3,6V.En over R2 staat een spanning VBC= (0,12A) · (20) = 2,4V.De spanning van de batterij kan je nu ook berekenen, want er geldt Vbat=VAB + VBC. Dus Vbat = 3,6V + 2,4V = 6V.

 ik snap daar niet veel van :S dus ik hoop dat u me kan helpen .

Word-bestanden kun je hier niet uploaden, dat lukt alleen met afbeeldingen in GIF, PNG of JPG format.

Verder zou het zo fijn zijn als je die applet aan het werk kreeg, want zo'n werkende schakeling waarin je de stroom ziet rondgaan vertelt véél meer en véél sneller dan ik het ooit via letters op een beeldscherm uitgelegd krijg.  

Ik zal het schakelingetje uit die opgave van je eens nabouwen daar. Zorg jij intussen dat je java downloadt

http://www.java.com/nl/download/

en die applet aan de praat krijgt.

En laten we voor de zekerheid even met iets eenvoudigers beginnen.

1) Een batterij van 24 V voedt een eenvoudige schakeling met één weerstand van 8 Ω. Hoe groot wordt de stroomsterkte in de schakeling?

2) In een eenvoudige schakeling met een batterij van 24 V en een lampje meten we een stroomsterkte van 1,5 A. Wat is de weerstand van het lampje?

3) in een eenvoudige schakeling gaat een stroom van 30 mA door een weerstand van 0,4 kΩ. Wat is de spanning van de batterij?

Kom je daar wél uit?

Groet, Jan

hallo meneer,

dat progamma is geopent! maar ik kan dan nu een stroomkring maken , en ik heb naar uw sommen gekeken en nee daar kom ik niet uit :s .

1):Een batterij van 24 V voedt een eenvoudige schakeling met één weerstand van 8 Ω. Hoe groot wordt de stroomsterkte in de schakeling?  moet je dan 24x8=192v, doen?

2)In een eenvoudige schakeling met een batterij van 24 V en een lampje meten we een stroomsterkte van 1,5 A. Wat is de weerstand van het lampje? moet je dan 24v:1.5=16v?

3)in een eenvoudige schakeling gaat een stroom van 30 mA door een weerstand van 0,4 kΩ. Wat is de spanning van de batterij? 30"0,4=75?

ik weet niet of ze goed zijn? laat aub weten.

dat berciht werd raar ik had uw sommen gemaakt maar ik zie ze niet meer :S , ik maak ze wel opnieuwe en hoop dan dat het dan wle klopt en dat progamma kan ik gelukkig openen :)

hier zijn de  uitwerkingen van uw sommen:

1. 24x8= 192 V

2. 24';1.5=16V

3. 30:0,4=75

ik weet niet of ze goed zijn : maar bedankt voor al u reacties!

Ik heb je post hersteld, zat een dollarteken in de weg.

1 "vertaal" ht sommetje naar symbolen

gegeven:

U= 24 V

R= 8 Ω

gevraagd:

I= ?? A

2) zoek een formule  (gewoon uit je kop leren) met een U, een I en R erin : U = I x R

3) via het formuledriehoekje (weet je wat dat is?)

http://www.wetenschapsforum.nl/index.php?showtopic=93336

(hoofdstukje 5)

kun je die ook schrijven als

I = U : R

4) invullen:

I= 24 / 8 = 3 A.

en vergeet niet als stap 5 en 6 uit te rekenen en er de goede eenheid bij te zetten.

En maak in dat programma nou eens die schakeling, met een batterij van 24 V, een amperemeter  en een weerstand van 8 ohm. Rechts klikken op een onderdeel en je kunt de waarden veranderen.

probeer nou eens die andere twee sommetjes?

gebruik alsjeblieft geen dollartekens meer, daar krijgt de site hier de hik van..... ;)

hallo meneer , ik zal geen dollartekentjes meer gebruiken.

maar had ik die vragen goed? want moest ik die 1e vraag delen of x doen? en ik wist niks af van die piramide echt bedankt! ik ga hem nu leren, maar had ik die andere vragen ook goed?  ik ga een schakeling  maken en dan stuur ik hem door als het lukt. en welke 2 sommen bedoelt u?

mgroetjes. KIm

Je had drie sommetjes gemaakt die ik je gaf. De eerste was fout, die heb ik hierboven goed uitgewerkt als voorbeeld, daar waar ik je ook naar die site voor dat formuledriehoekje stuurde.

Je moet leren ál je natuurkundesommetjes uit te werken zoals ik daar voordoe: gegeven-gevraagd-formule-invullen-uitrekenen-eenheid.

die andere twee sommetjes waren

2) In een eenvoudige schakeling met een batterij van 24 V en een lampje meten we een stroomsterkte van1,5 A. Wat is de weerstand van het lampje?

 3) in een eenvoudige schakeling gaat een stroom van 30 mA door een weerstand van 0,4 kΩ. Wat is de spanningvan de batterij?

 kun jij die nou eens netjes uitwerken?

2)

U= 24 V

I= 1,5 A

R=  ?? Ω

......................en nou jij de rest. Gebruik dat driehoekje om een formule te vinden die zegt R= ......

de derde werkt net zo (eigenlijk werken álle natuurkundesommetjes zo). Hier moet je alleen even opletten, want ik heb je gepest: er staan kilo's en milli's in de gegevens. Die moet je altijd éérst even wegrekenen vóór je de getallen in formules invult.

En als dat lukt kunnen  e eens naar serie- en parallelschakelingen gaan kijken.

Groet, Jan

hallo, ik heb geprobeerd om in dat progamma een schakeling te maken maar ik kon nergens de waarden vinden :S.

rechtse klik op de batterij of op een weerstandje

hallo woow uw sommen zijn echt moeilijk! ik kom er niet echt uit maar ik he het toch geprobeerd:

ik denk dat 2 zo moet: 24v:1.5A=16 v is de weerstand?

omdat IxR=U dus om R te weten te komen doe je U:I (?)

de 3de:  kom ik al helemaal nie tuit ik heb niet geleerd hoe je moet omrekenen ik zit pas in het 2e van VMBO_T maar we moeten wel eigenlijk kennen , maar kan u effe goed uitleggen ?

dankuwel voor al u moeite in ieder geval

groetjes, kim

volgens mij weet ik de 3de gaat hij zo?

0,4Ω=R(de weerstand)

30A=I(sterkte)

en je moet dan IxR doen, en dat is 30Ax0,4=12.

ik heb niet omgerekend want dat kan ik nog niet.

maar volgens mij is het 12 de weerstand is goed?

omrekenen leerde je al op de basisschool.

of je nou van kilometers naar meters naar millimeters gaat, of van kiloohm naar ohm naar milliohm, of van kilovolt naar volt naar millivolt, dat werkt allemaal net eender.

Of snap je ook dat niet meer?

hallo, ik heb een vraag die ik totaal niet snap en ik heb morgen een repetitie: op een lampje staat 3v/0.20A. je wilt dit lampje (op normale sterkte) laten branden op een batterij van 4.5v

a) teken een schakeling waarbij dit mogelijk is

b) bereken alle spanningen, stromen en weerstanden die je kunt berekenen

zo snel mogelijk a.u.b alvast bedankt!!

Dag anoniem,

3V/0,2 A betekent dat als er over het lampje een spanning van 3 V wordt gezet, dat er dan een stroomsterkte van 0,2 A door gaat vloeien. 

Daarmee kun je dus de weerstand van dat brandende lampje uitrekenen, met de wet van ohm. (een lampje is eigenlijk alleen maar een weerstandje dat licht geeft)

Het probleem is nu, je hebt maar een batterij van 4,5 V. Dat is teveel voor het lampje. Maar, serieweerstanden delen de spanning. Je kunt nu een weerstandje in serie met het lampje zetten, zodat ze de spanning onder elkaar verdelen.

Je hebt eerder de weerstand van het lampje uitgerekend. Als je de weerstand van dat weerstandje goed kiest, zal er 1,5 V over het weerstandje komen te staan, en 3V over het lampje. 

Begint er alweer een lampje bij je te branden? 

Groet, Jan