capillaire werking bij sapstroom in bomen

Karin stelde deze vraag op 20 februari 2011 om 16:03.

Is het natuurkundig te verklaren dat water in een boom tot een hoogte van in ieder geval 120 meter omhoog gebracht wordt?

Ik lees hierover dat dit te wijten is aan capillaire werking in de houtvaten, de worteldruk en de zuigkracht ontstaan door verdamping via de bladeren. Kan met deze drie processen verklaard worden dat water zo ver omhoog gebracht kan worden? Of nemen we dit aan omdat we weten dat de hoogste bomen ongeveer 120 meter hoog zijn en het dus wel zo moet zijn?

Reacties

Jan op 20 februari 2011 om 18:52

Dag Karin,

De drie processen die je noemt zijn niet voldoende. Hoogst gemeten worteldrukken liggen in de orde van grootte van 2 bar, en daarmee kan water dus maximaal ruwweg 20 m omhoog.

Alleen capillaire werking verklaart niks. Dat geeft voor de diameter van xyleemvaten maximaal 0,5 m.  "zuig"druk alleen kan ook weinig: met een vacuüm boven een waterkolom in een normale buis kun je water maximaal een meter of tien omhoog en dan houdt het op: het water gaat koken,

Al ruim honderd jaar doet de cohesie-adhesie theorie opgeld, waarbij dat "koken" wordt voorkomen door de cohesie tussen de watermoleculen onderling in de nauwe xyleemvaten en de watermoleculen en de vaatwanden. Maar de wanden van de xyleemvaten zijn lang niet zo hydrofiel als wenselijk zou zijn om hiermee alles te verklaren. 

Zo zoetjes aan raken we er toch van overtuigd dat dat toch ook geen voldoende verklaring is.  En zo zijn de biofysici intussen bezig met de zg "multiforce" theorie, waarbij nog meer factoren een rol spelen. Dit is echter al lang maar nog volop in wetenschappelijk onderzoek. Ik zou er het fijne niet van weten.

Duidelijk is echter intussen wel dat het niet zo "simpel" kan zijn als we al lange tijd dachten. Misschien nog een jaar of 10-20, en dan weten we het?

Groet, Jan

 

karin op 22 februari 2011 om 23:08

Beste Jan, Bedankt voor je antwoord

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft zevenentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)