Arm

Marianne stelde deze vraag op 10 mei 2010 om 09:23.

Wat is nu precies de arm bij een beweging?

Wellicht een domme vraag maar staat de arm loodrecht op de kracht of juist niet? Of is de arm de afstand in de bewegingsrichting?

 

Het gaat uiteraard om het berekenen van het moment.

Reacties

Jan op 10 mei 2010 om 10:06

Dag Marianne,

De arm is de kortste afstand tussen het draaipunt en de werklijn van de kracht. De arm meet je dus loodrecht op die werklijn. Hoe de arm loopt hangt dus af van de richting van je kracht.




 De stippellijnen daar zijn de armen. (trek je niks aan van het grijze woordje "arm", dat hier de werkelijke, fysieke arm aanduidt. Dit tekeningetje was voor een ander probleempje bedoeld)

Een andere, minder gebruikte methode zou zijn om als arm gewoon de afstand tussen draaipunt en aangrijpingspunt te nemen, (de werkelijke, fysieke arm) maar dan de -blauwe- kracht te ontbinden in een component loodrecht op de arm en een component lángs die arm. Dan reken je alleen met die loodrechte component. 

Teken maar eens zo'n sitatie als de blauwe kracht netjes op schaal op beide wijzen met krachten en armen en bereken het moment uit beide situaties. Je komt op hetzelfde moment uit.

Het kan nog gekker: Die loodlijn van systeem 1 komt bijvoorbeeld helemaal niet op je kracht uit. Teken dan dus de werklijn van je kracht, en zet de arm loodrecht daarop. 

Duidelijk zo?

Groet, Jan

Marianne op 18 mei 2010 om 11:40

Het is ongeveer duidelijk, bedankt voor de uitleg.

Even kijken of ik het goed begrepen heb:

- je splitst de krachten en berekent de kracht in de beweging van de voortplantingsrichting


- de arm staat hier loodrecht op

 

Klopt dit of sla ik nu helemaal de plank mis?

 

Jan op 18 mei 2010 om 16:51

Niet helemaal mis, maar zoals ik het lees wél een beetje.

Je kunt het op twee manieren doen, waarvan je er dus één kiest.

1) Uitgaan van de kracht:

je tekent de werklijn van de kracht, en laat vanuit het draaipunt een loodlijn neer op die werklijn. Die loodlijn is dan je effectieve arm, die je gebruikt voor berekeningen met de momentenwet.

2) Uitgaan van de "reële" arm, bijvoorbeeld de trapper van je fiets, of de werkelijke moersleutel:

ontbind je kracht in een component A loodrecht op die reële arm en een component B lángs je reële arm. De component A is nu je effectieve kracht die de boel doet draaien. Nu reken je dus met de reële arm en die effectieve kracht.

Marianne op 20 mei 2010 om 14:00

Volledig duidelijk, hartelijk dank voor de hulp

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft zevenentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)