Trillingen en golven

Rebeca stelde deze vraag op 24 april 2018 om 13:51.

 Hoi, ik ben meerder examens aan het maken waarbij ik deze opdracht tegenkwam. Mij is niet helemaal duidelijk hoe ik de boventoon hier uit kan herleiden.

Voor de staande longitudinale golf geldt:

lengte=(2n-1)¼λ = − 21 . n λ

Invullen levert: 
0,46=(2n-1) ¼ 0,142 
6,495=2n-1

Ik zou dan denken je telt de 1 bij de uitgerekende 6,495 op om vervolgens dat antwoord weer te delen door twee. Alleen het antoordenboekje geeft n=7 aan, terwijl het toch 2n=7?

Reacties

Theo de Klerk op 24 april 2018 om 14:21
>lengte=(2n-1)¼λ
Daarbij moet n=1,2,3... zijn.  En is n=1 de grondtoon. Vaak kom je ook (2n+1) tegen en dan is n=0,1,2,3... en is n=0 de grondtoon, n=1 de 1e boventoon enz.

> (2n-1)¼λ = − 21 . n λ
Dan zou blijken dat (1/2 n -¼) = - 21n ??? En dus - ¼ = - 20,5 n ?
Hier wordt blijkbaar wat vreemd met getallen gemanipuleerd want je "invullen" zegt iets heel anders, al klopt ook daar de rekensom niet:

0,46 = (2n-1) ¼ 0,142
(2n-1) = 0,46 x 4 /0,142 = 12,96
2n = 13,96
n = 7 (bijna)

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Ariane heeft twintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

Antwoord: (vul een getal in)