Hoi, ik ben meerder examens aan het maken waarbij ik deze opdracht tegenkwam. Mij is niet helemaal duidelijk hoe ik de boventoon hier uit kan herleiden.
Voor de staande longitudinale golf geldt:
lengte=(2n-1)¼λ = − 21 . n λ
Invullen levert:
0,46=(2n-1) ¼ 0,142
6,495=2n-1
Ik zou dan denken je telt de 1 bij de uitgerekende 6,495 op om vervolgens dat antwoord weer te delen door twee. Alleen het antoordenboekje geeft n=7 aan, terwijl het toch 2n=7?