Brekingsindex bij verschillende concentraties

Nienke stelde deze vraag op 07 april 2018 om 09:45.

 Hallo,

Ik ben bezig met een practicum voor natuurkunde, waarbij we moet kijken wat het verband is tussen de brekingsindex en de concentratie van zout in water. Ik heb bij elke concentratie 7 verschillende hoeken van inval genomen en deze samen met de hoeken van breking in een diagram gezet. Ik weet alleen niet goed hoe ik de verschillende concentraties (en dus diagrammen) nu kan vergelijken.

Groetjes,
Nienke

Reacties

Theo de Klerk op 07 april 2018 om 10:10
Ik neem aan dat je weet wat de concentratie van elke oplossing is.
En als ik het goed lees dan heb je voor elk van die oplossingen een of meer experimenten gedaan waarbij een lichtstraal in de oplossing werd gebroken.
Je hebt dus een aantal invalshoeken i en uitvals(gebroken) hoeken r.

Dan is per vloeistof toch de brekingsindex goed te bepalen?

sin i / sin r = n = brekingsindex

Meerdere metingen met dezelfde vloeistof zouden ongeveer dezelfde waarde moeten geven. Brekingsindex van verschillende vloeistoffen kan verschillen want de concentratie is anders. 
Is er ook een grafiek te maken van die brekingsindex (Y as) tegen de verschillende concentraties (X as)?
Nienke op 07 april 2018 om 10:17
Heel erg bedankt, en die grafiek moet ik ook maken. Ik had niet door dat de brekingsindex bij de verschillende metingen hetzelfde zou zijn, maar nu dus wel. En dan kan ik dus door de grafiek van de brekingsindex en de verschillende concentraties het verband aflezen?
Theo de Klerk op 07 april 2018 om 10:29
Uit metingen met dezelfde concentratie bepaal je de brekingsindex voor die concentratie.

Dat doe je voor elke concentratie.

Daarna zet je de brekingsindex voor iedere concentratie uit in een brekingsindex vs concentratiegrafiek. Daar is vast een verband tussen dat grafisch is weer te geven. Daar hoeft niet altijd ook een formule achter te zitten. Maar misschien wel... dat kun je met de grafiek onderzoeken.

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft acht appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)