Omdat a = Δv/Δt kun je uit de grafiek bepalen hoe groot de versnelling is tussen 0-1 seconde en daarna.
Als je a kent, dan ken je ook de resulterende kracht: F = m.a
En als die resulterende krachten uit een samenwerking of tegenwerking van 2 krachten bestaat dan is F = F₁ + F₂  (waarbij er eentje dus ook een negatieve waarde kan hebben).  Een van de twee ken je ook...

Alles valt te bepalen of berekenen...

Dus:
a-gemiddeld tussen 1 en 4 = -10/3 = -3.33
Fres = 500 * -3.33 = 1667 N
F2 = Fres - F1 = -1667 - 1500 = -3112 N

Hier was ik zelf al op gekomen, maar heb geen uitwerkingen erbij gekregen en wou het graag zeker weten.

Als je het allemaal kunt uitrekenen, zet dat dan bij je aanvraag. Dit forum is geen antwoordmachine. Maar als je iets uitrekent kunnen we wel kijken of dat dan klopt en zo niet, waar het misgaat en je alsnog de goede kant op sturen.

En:
> Fres = 500 * -3.33 = 1667 N

Verdwijnt hier niet een min teken? Dat verderop weer opduikt?
(ik weet niet of je je er al druk om moet maken, maar als significante cijfers van belang zijn: 1667 heeft er 4 terwijl het ontstaat uit berekeningen van getallen met 3 cijfers. Dan zou het 1,67·10³ N moeten zijn)