Lenzenformules

Betsy stelde deze vraag op 05 februari 2018 om 20:10.

Hallo wij hebben een vraag over een natuurkunde lenzenopdracht.

Iemand wil van een voorwerp met een bolle lens een scherp beeld op een scherm ontwerpen. Het beeld is 2x zo groot. Brandpuntsafstand = 4cm.

a) Welke afstand voor de lens moet het voorwerp geplaatst worden?
b) Hoe ver staat het scherm van het voorwerp af?

Reacties

Jan van de Velde op 05 februari 2018 om 20:14
dag Betsy,

help ons jou te helpen, en laat eerst een zien wat je wél al zelf begrijpt, en waar je dan vervolgens op vastloopt. Dan helpen wij je vanaf die drempel verder.

Bij dit soort dingen helpt een schetsje dat ongeveer op schaal is, waarin de gegevens zijn verwerkt. Fabriek eens zoiets, en post dat hier? 



Groet, Jan
Betsy op 05 februari 2018 om 20:18
Dag Jan,
ik snap niet welke formule ik zou moeten gebruiken en wat je moet doen met dat het beeld 2x zo groot is. Als ik eerlijk ben snap ik er niks van. Het probleem is dat ik dit huiswerk morgen moet laten controleren....
Met vriendelijke groeten,
Betsy
Jan van de Velde op 05 februari 2018 om 20:23

Betsy plaatste:

ik snap niet welke formule ik zou moeten gebruiken 
tekenend kan het ook hoor, tenminste, als je kunt omgaan met constructiestralen.

Maar als je het per formule wil, prima, gebruik de lenzenformule



Betsy plaatste:

doen met dat het beeld 2x zo groot is.
dat betekent dan wiskundig dat  b=2v
substitueren in die lenzenformule en dan algebraïsch uitwerken

groet, Jan
Betsy op 05 februari 2018 om 20:26
Wat moet ik dan bij b invullen? 8? want de natuurkunde docent verwacht dat wij dit begrijpen alleen heeft hij dit onderwerp nog nooit uitgelegd..
Zou u met mij deze vraag stap voor stap uitkunnen leggen?
Mvg.
Jan van de Velde op 05 februari 2018 om 20:29
Misschien bedoelt je natuurkundedocent dat hij/zij verwacht dat je dat van zijn/haar wiskundecollega hebt geleerd? En dat zou terecht zijn lijkt me.

je kent f, 4 cm. 

b en v ken je niet, je weet alleen dat b 2 x zo groot is als v, ofwel wiskundig gezegd b= 2v



een vergelijking met één onbekende, en nou maar rekenen. 
eerst maar eens die breuken rechts gelijknamig maken en optellen tot één breuk.
Betsy op 05 februari 2018 om 20:33
Helaas heeft de natuurkunde docent niet uitgelegd hoe we met dit onderwerp gelijknamig moeten maken..
Zou u het kunnen uitleggen??
Mvg
Jan van de Velde op 05 februari 2018 om 20:40
Dag Betsy,

dat is ook niet aan je natuurkundedocent om uit te leggen. Gelijknamig maken van breuken is niet afhankelijk van onderwerp, maar gelijk bij om het even welk onderwerp van natuurkunde, scheikunde of economie (of zelfs biologie) het gaat.

 Stap er mee naar je wiskundedocent. Want als je geen breuken gelijknamig kunt maken zit er een té groot gat in je basis reken/wiskundekennis om even op een forum te repareren.

sorry, Jan
Betsy op 05 februari 2018 om 20:44
Dag Jan, sorry ik denk dat ik het fout verteld heb. Ik snap hoe je gelijk maakt maar ik snap niet hoe we dat bij dit onderwerp moeten doen. De natuurkunde docent vertelde alleen dat daar een bepaalde methode voor was dacht dat U die bedoelde...
mvg
Jan van de Velde op 05 februari 2018 om 20:47
maak dan die twee breuken rechts in mijn vergelijking gelijknamig en tel ze op tot één breuk. 

je vergelijking wordt dan al een stap eenvoudiger, 
Betsy op 05 februari 2018 om 21:09
dus dan krijg je 1/4 is 1/3v? 
moet je dan 1/3v = 1/4
en dan 1/3 x 3 om (1)v = 3/4 -> 0.75 te krijgen?
Jan van de Velde op 05 februari 2018 om 21:15

Betsy plaatste:

dus dan krijg je 1/4 is 1/3v? 

Helaas klopt daar niks van, en dus weet je niet hoe je ongelijknamige breuken optelt.. :(

Want als analoog voorbeeld, 1/2 +1/3 is niet gelijk aan 1/5, maar aan 5/6.

Kortom, de eerste de beste wiskundeles klassikaal je wiskundedocent je dat eerst maar eens laten uitleggen. Bij biologie, scheikunde en economie ga je dat ook nog nodig hebben. 

groet, Jan

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft veertien appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)