Er zijn geen NiNa natuurwetten, er zijn ook geen VVD of SP natuurwetten.
Het zijn gewoon natuurwetten.
NiNa als "nieuwe natuurkunde" behandelt de gewone wetten, waarvan sommigen in het oude curriculum wat onbelicht bleven.

Er is bij mijn weten ook geen NiNa boek dus er zijn ook geen antwoorden. Tenzij de school zelf wat onder de naam "NiNa" in elkaar geflanst heeft.

Beste Theo, Ik heb het over het boekje 'Natuurwetten' van Nieuwe Natuurkunde(gecorrigeerde editie 2012).(er staat op de eerste bladzijde ook dat alle rechten zijn voorbehouden aan de Stichting natuurkunde.nl)

Dit boekje behandelen wij nu op school. Het bestaat uit 2 hoofdstukken. Van hoofdstuk 1 zijn de antwoorden na even zoeken wel op internet te vinden als pdf op de sites van verschillende middelbare scholen. Van hoofdstuk 2 zijn nergens antwoorden te vinden en voor de docent zijn ook nergens antwoorden te vinden.

"Stichting Natuurkunde.nl" zou de stichting achter deze site kunnen zijn. De vraagbaak is op zich niet de juiste (wel begrijpelijke) plek voor je vraag - ik zal hem doorsturen richting bestuur achter deze website.

In elk geval zie ik op "onze" site (waarvan ik voornamelijk de vraagbaak bekijk) wel een link (met wat simpel googlen):

https://www.natuurkunde.nl/artikelen/2320/nina-lesmaterialen

voor de opgaven en modellen (2 hoofdstukjes).

Iemand (Hans van Bemmel) die blijkbaar meegewerkt heeft en een presentatie gaf:
http://studylibnl.com/doc/588993/twee-nieuwe-nina
 
Er wordt blijkbaar geld mee verdiend op
https://www.schoolsupport.nl/NiNa+Nieuwe+Natuurkunde

Een schone taak voor jouw school dan eens antwoorden op hfd 2 te maken...

Deze linkjes had ik inderdaad ook al gevonden.

Hmm, wel jammer dat er geen antwoorden zijn. Maar klopt het dan dat er een boekje is geproduceerd met vragen waar geen antwoorden bij zijn?
Ik neem aan dat het geen zin heeft om die Hans van Bemmel te mailen?
En hartelijk bedankt voor je hulp natuurlijk.

Ik heb geen idee of er antwoorden zijn (zou wel eens moeten: als jullie school het vorig jaar ook behandelde dan zouden ze toen al de antwoorden hebben moeten maken) . Vragen worden ook wel eens bedacht zonder meteen een antwoord erbij te produceren (met alle risico's vandien als er "onzin" gevraagd wordt of te weinig gegevens blijken te zijn).

En van Bemmel benaderen kan altijd. Nee heb je, ja kun je krijgen...

Als ik eens goede zin heb zal ik eens kijken of ik die opgaven kan beantwoorden.

Ik heb hem gemaild. We hebben de toets al over een paar dagen, dus de antwoorden zijn waarschijnlijk niet meer op tijd. Maar nogmaals hartelijk bedankt voor uw hulp.

Maar de toets gaat over dit onderwerp. Dat is dus al enige tijd behandeld. En daarmee de opgaven zou ik denken...

Dat is dus het probbleem. We hebben een erg slechte docent. We hebben van hoofdstuk 2 tot nu toe alleen opgave 32 behandeld...

Als ik leerlingen moet geloven stikt het in Nederland van de slechte docenten (in allerlei vakken). Voor een deel vast wel terecht, maar voor het merendeel twijfel ik daar toch wel aan.

Bij deze alvast uitwerkingen van opg 24-32.
Geschreven. Zo netjes als hfd 1 is uitgewerkt - daar ontbreekt me alle tijd en lust toe. En formules schrijven is op een computer ook geen pretje.

(edit: zie verderop voor opg 24 t/m 51 - alle van hfd 2)

Hartelijk dank voor de uitwerkingen. Ik heb een vraagje over 32 G en H.
Als je bij het begin begint met  I(stroomsterkte), splitst deze in drie gelijke delen (1/3 I). Welke allemaal weer in twee gelijke delen splitsen (1/6 I). Dan komen er weer twee samen (1/3 I). Dat wordt weer 1 I aan het einde. Is het dan niet zo dat de stroomsterkte juist 5/6 ampere is en de weerstand 6/5 ohm? Of juist een stroomsterkte van 6/5 ampere en een weerstand van 5/6 ohm. Hierover hebben we het gehad in de klas en er was veel onduidelijkheid over.

Ha Peter,

Volgens mij heeft Theo het antwoord al gegeven in zijn (supernette) uitwerkingen, kijk maar bij vraag d en e.

Willem

Als je een route volgt van het begin naar het einde is het toch U=1/3IR+1/6IR+1/3IR=5/6IR

Ik zou zeggen dat dan of de stroomsterkte of de weerstand 5/6 is en de andere dan 6/5. Vanwege U=I*R en U=1,0V

Of heb ik het nu mis?

Ehhh... nee, ik geloof dat je gelijk hebt. Mijn fout!

Top, ik hoor het wel. is het dan 5/6 of 6/5 Ohm?

Je hebt gelijk... de redenering 3Ω tussen 1V klopt inderdaad niet.
Door de splitsingen van de stroomkringen staan sommige kringen parallel aan elkaar en "dus" neemt de weerstand af naar minder dan 3Ω:

U = (1/3 I + 1/6 I + 1/3 I)R = 5/6 IR  met R = 1Ω 
1 V = 5/6 I 
I = 1/(5/6) = 6/5 A

Maar dit is een van de drie takken die in B aankomt, dus totale stroom I = 3 x 6/5 = 18/5 A

Daarmee is de "totale" vervangingsweerstand:
U = IR
1 = 18/5 R
R = 5/18 Ω

Dat zal ik in de uitwerkingen aanpassen voor de volgende ronde...

Antwoorden t/m vraag 51 (allemaal dus).  Geen garantie dat het foutloos is! Ik word graag op mijn fouten gewezen.