dag Francesca,
In een eenvoudig geval van bijvoorbeeld de uitrekking van een veer kun je de formule F
v=c
v·u (veerkracht is veerconstante x uitrekking) ook verbouwen tot F
v/u = c
v en daaruit concluderen dat als je de veerkracht in een grafiek uitzet tegen de uitrekking , de rico van die grafiek ook direct je veerconstante zal zijn.
Francesca plaatste:
Kan ik dat op de een of andere manier terugzien in de grafiek van de massa en het kwadraat en de eindsnelheid die ik heb gemaakt,
hier schrijf je nogal verward, maar het lijkt alsof je het goed bedoelt.
In jouw geval is die formule een stuk uitgebreider, met meer variabelen. De Cw-waarde is een constante (afhankelijk van de vorm van het voorwerp)
Fw=½·Cw·A·ρ·v
2
en omdat we stellen dat bij een constante eindsnelheid de nettokracht 0 is, is dan Fw gelijk aan Fz, en Fz berekenen we via m·g
dus geldt m·g=½·Cw·A·ρ·v
2Daaruit grafisch zonder omwegen die Cw halen kan dus niet.
Ik neem aan dat je steeds dezelfde kegel gebruikte.
Dan is A constant.
ρ zal tijdens je proeven ook niet significant veranderd zijn, ook al constant.
en ook g, en die factor ½ zijn constanten (duhh) .
een grafiek van massa tegen de snelheid in het kwadraat geeft dus wel een rechte, maar de rico is in dit geval dan niet alleen die Cw, maar die rico is gelijk aan ½·Cw·A·ρ/g. Je kunt je rico dus wel bepalen, maar om daar dan Cw uit te halen zul je daarna nog die ½, die A, die ρ en die g eruit moeten rekenen.
Als het een beetje wil vind je dan een waarde van ergens rond de 0,5
succes, Jan
