snelheid en hartslag

Matthias stelde deze vraag op 09 januari 2018 om 21:20.

 vraagje: als je met een snelheid (c = lichtsnelheid) voortbeweegt voel je dan een verschil in je hartslag?

Reacties

Jan van de Velde op 09 januari 2018 om 21:32
Dag Matthias,

In theorie niet, omdat ook alle andere processen "trager" verlopen. In de praktijk? Tja, dan zullen we eerst eens iemand op snelheid 0,5c moeten zien te krijgen. 

Groet, Jan
Matthias op 09 januari 2018 om 21:38
Dag Jan,

in het kader van tijddilatatie zal zijn hartslag voor hem dezelfde zijn omdat hij inderdaad alles 'trager' ziet verlopen
maar klopt het om te zeggen als hij zijn hartslag meet op 70 bvb. dat als iemand op aarde deze dan meet dat die bvb. 50 is (tijddilatatie)

Groet, Matthias
Jan van de Velde op 09 januari 2018 om 21:44
Gesteld dat iemand op aarde "live" zou kunnen meekijken, ja.
Theo de Klerk op 09 januari 2018 om 21:47
Je bent wel bezig vandaag...alle "moderne natuurkunde" op een dag?

Bij tijdsdilatatie is het zo dat bij de "stilstaande" persoon meer tijd verloopt (bijv. 80 s) dan voor de bewegende persoon (die maar 60 s meet).
Als een hart 60 keer slaat in zijn 60 s voor de bewegende persoon dan is de hartslag 1 Hz.  Maar diezelfde 60 slagen duren 80 s voor de stilstaande waarnemer: die denkt dus dat de hartslag 60/80 = 3/4 Hz is. Langzamer dus.
Maar draai de rollen om, en de astronaut zal denken dat de vluchtleider op aarde een langzamere hartslag heeft. Alles is relatief.

Totdat er ineens versnellingen om de hoek komen kijken (bij opstarten/versnellen, stoppen/afremmen, omdraaien e.d.) - dan valt de hele speciale relativiteit in duigen (en zijn beide partijen niet meer uitwisselbaar voor hun uitspraken) en moet je de algemene relativiteitstheorie gebruiken.

De "Tweelingparadox" komt hierbij tevoorschijn: de raketreiziger versnelt bij aanvang en draait halverwege om. Dan blijkt bij terugkeer inderdaad dat de reiziger minder oud geworden is. Dat is in tegenspraak met de speciale relativiteitstheorie (astronaut en thuisblijver zijn niet uitwisselbaar voor waarnemingen). Maar door de versnellingen is deze theorie ook niet geldig: ipv de SRT moet de ART worden gebruikt (Algemene RelativiteitsTheorie)
Matthias op 10 januari 2018 om 00:05
ja, binekort heb ik examen van moderne fysica, zowat alle soorten fysica bijeen quantumfysica vind ik het moeilijkst, de speciale relativiteitstheorie zit er goed in! Het probleem is dat we zoveel zien dat je na een tijd niet meer weet wat te gebruiken. Daarom dat ik veel oefen op vraagstukken zodat ik het beter begrijp. Ik heb heel veel oefeningen gemaakt zelfs extra oefeningen maar wanneer ik vastzit komt jullie hulp goed van pas! dankuwel hiervoor!
Theo de Klerk op 10 januari 2018 om 02:45
Voor natuurkunde geldt vooral:
- maak de beschreven situatie aanschouwlijk (grove tekening, alle gegevens)
- wat weten we al?
- wat wordt gevraagd? Kunnen we kwalitatief aangeven hoe we dat te weten kunnen komen? (bv. energie gevraagd. Die moet ergens vandaan komen. Wat kan die energie leveren? Wat voor soort energie is dat dan en hoe komt die daaraan?)
- kijk dan eens in een formuleboek (BiNaS voor de Nederlanders) of je voor dat probleemgebied formules ziet die je kwalitatieve redenering in een kwantitatieve (getallen) kan omzetten
- voer de berekeningen uit. Let op de wiskundige haakjes, machten, eenheden en significante cijfers

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft achtentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)