Normaalkracht en derde wet van Newton

Julie stelde deze vraag op 08 januari 2018 om 20:34.
Ik begrijp niet helemaal wat het verschil is tussen de normaalkracht en de derde wet van Newton. Bijvoorbeeld een steen ligt op een plank en naast de zwaartekracht is er vanaf het oppervlak ook een normaalkracht die omhoog gaat. Dus eigenlijk duwt de plank ook tegen de steen. Maar dan heb je ook de derde wet van Newton waarbij er 2 tegengestelde maar even grote krachten zijn die allebei op een ander voorwerp een kracht uitoefenen. Wat is dan precies het verschil tussen de normaalkracht en die derde wet van Newton, want in feite duwen ze toch beide "terug" tegen het voorwerp..? Ik hoop dat u mij verder hiermee kunt helpen. 

Reacties

Theo de Klerk op 08 januari 2018 om 21:31
De normaalkracht is een van beide krachten uit een 3e wet paar.

De 3e Wet zegt dat elke kracht van B op A een gelijke, tegengestelde kracht van A op B heeft. Beide krachten tezamen zijn een paar.

Een groot misverstand is dat 2 krachten die even groot en tegengesteld zijn dan samen nul geven. Dat is alleen waar als die krachten op hetzelfde voorwerp werken. En dat is bij zo'n 3e wet paar nooit zo: A werkt op B en B op A. Niet beide werken op A of op B.

Een voorwerp met massa zal een zwaartekracht ondervinden. Als het op een tafel ligt dan trekt de aarde (A) aan het voorwerp (B). Maar het voorwerp (B)trekt even hard aan de aarde (A). Voor kracht geldt F = ma.
Door het grote massaverschil zal het veel lichtere voorwerp B (een paar kilogram) een grote versnelling ondervinden, terwijl de aarde (A) een veel kleinere versnelling heeft omdat zijn massa zo groot is (1024 kg). Daarom zie je B wel vallen en A nauwelijks naar B bewegen.

De zwaartekracht van aarde op voorwerp heeft een bepaalde grootte (F=ma). Als het voorwerp op een tafel ligt, dan drukt het met zijn gewicht op die tafel. Dat gewicht is in dit geval gelijk aan de kracht waarmee de aarde aan het voorwerp trekt.
Als de tafel geen weerstand zou bieden, dan zakt het voorwerp er doorheen. Maar als de tafel wel weerstand biedt, dan oefent het op het voorwerp een normaalkracht uit die zorgt dat het voorwerp blijft liggen.

Op het voorwerp (B) werken 2 krachten: de zwaartekracht en de normaalkracht. Die zijn evengroot en tegengesteld: het voorwerp beweegt niet.  Normaalkracht en zwaartekracht zijn geen krachtenpaar (want werken op hetzelfde voorwerp).
Voorwerp B oefent een zwaartekracht uit op de aarde en drukt met een kracht op de tafel. Dat zijn twee krachten die elk de helft van een paar zijn
(aarde-op-voorwerp en voorwerp-op-aarde  als paar en voorwerp-op-tafel en tafel-op-voorwerp (=normaalkracht) als paar)

Onderstaande tekening probeert dit nog eens te illustreren. Een voorwerp B ligt op de aarde A (of op een tafel op de aarde - dat maakt niet uit. Tafelblad of de grond geeft dezelde situatie).
Met de blauwe stippellijn worden de krachtparen aangeven. Het ene paar is rood gekleurd, het andere blauw. Er is een blauwe en een rode kracht die op voorwerp B werken. De resultante daarvan bepaalt wat B gaat doen: blijven liggen of door de grond/tafel zakken.

Julie op 09 januari 2018 om 07:47
Super! Dank u wel 

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft negenentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)