Reacties
Theo de Klerk
op
25 november 2017 om 16:25
Luchtweerstand is evenredig met het effectieve oppervlak waarmee het voorwerp zich een weg baant door de lucht. En de snelheid waarmee het dat doet: F ~ A.v2 . Daarnaast is ook de vorm(factor) van belang: een oppervlak dat zoals een kegel vanaf een punt steeds breder wordt kan de lucht beter opzij duwen dan een blok dat meteen al de complete oppervlakte heeft. (Daarom duik je met handen naar voren als een "naald" in het water en niet als "bommetje").
Allerlei effecten zoals vormfactor kun je vangen in een constante "cw" specifiek voor dat voorwerp door de evenredigheid tot een gelijkheid te maken:
F(t) = cw Av(t)2 = m.a(t)
maar F, v en a zijn wel tijdsafhankelijk: als de weerstand intreedt zal de valsnelheid afnemen. Dan wordt het misschien toch weer een modelletje opzetten...
Allerlei effecten zoals vormfactor kun je vangen in een constante "cw" specifiek voor dat voorwerp door de evenredigheid tot een gelijkheid te maken:
F(t) = cw Av(t)2 = m.a(t)
maar F, v en a zijn wel tijdsafhankelijk: als de weerstand intreedt zal de valsnelheid afnemen. Dan wordt het misschien toch weer een modelletje opzetten...
Jan van de Velde
op
25 november 2017 om 21:04
dag EinsteinJR,
bedoel je (hopelijk) de zg eindsnelheid (terminal velocity) dus constante valsnelheid door evenwicht tussen zwaartekracht en luchtweerstand en dus nettokracht 0?
Want dan zou je niet te zware kegels moeten pakken, bijvoorbeeld van papier, die bereiken dat evenwicht gauw. En dan zou je tijd kunnen meten vanaf twee meter onder het loslaatpunt (daar heeft zo'n holle papieren kegel al wel nagenoeg die terminal velocity) tot onderin het trappenhuis. Zo vermijd je dat beginstuk waarin je kegel nog versnelt en dat dus je verband onduidelijk maakt.
Groet, Jan
EinsteinJR plaatste:
tot een verband komen met de valsnelheid
Want dan zou je niet te zware kegels moeten pakken, bijvoorbeeld van papier, die bereiken dat evenwicht gauw. En dan zou je tijd kunnen meten vanaf twee meter onder het loslaatpunt (daar heeft zo'n holle papieren kegel al wel nagenoeg die terminal velocity) tot onderin het trappenhuis. Zo vermijd je dat beginstuk waarin je kegel nog versnelt en dat dus je verband onduidelijk maakt.
Groet, Jan
Joostje
op
20 januari 2018 om 18:23
Hoi allen,
Ik heb ook een soortgelijke proef moeten doen en kom daar op een omgekeerd wortelverband voor de eindsnelheid.
Tijdens de proef heb ik de tijd gemeten vanaf het moment van loslaten van de kegel, en zo moet ik het omgekeerd wortelverband dus kunnen aantonen. Maar hoe verwerk ik de snelheden met de tijd dat de kegel vanuit een bepaalde hoogte naar beneden valt zonder dat wortelverband te gebruiken?
Moet ik dan gewoon de formule v = s/t gebruiken of moet ik v = 0,5 * g * t^2 gebruiken om de snelheid aan te tonen? Ik moet namelijk met mijn resultaten een grafiekje plotten en alles zo aantonen.
Alvast bedankt!
Ik heb ook een soortgelijke proef moeten doen en kom daar op een omgekeerd wortelverband voor de eindsnelheid.
Tijdens de proef heb ik de tijd gemeten vanaf het moment van loslaten van de kegel, en zo moet ik het omgekeerd wortelverband dus kunnen aantonen. Maar hoe verwerk ik de snelheden met de tijd dat de kegel vanuit een bepaalde hoogte naar beneden valt zonder dat wortelverband te gebruiken?
Moet ik dan gewoon de formule v = s/t gebruiken of moet ik v = 0,5 * g * t^2 gebruiken om de snelheid aan te tonen? Ik moet namelijk met mijn resultaten een grafiekje plotten en alles zo aantonen.
Alvast bedankt!
Theo de Klerk
op
20 januari 2018 om 19:28
>Maar hoe verwerk ik de snelheden met de tijd dat de kegel vanuit een bepaalde hoogte naar beneden valt zonder dat wortelverband te gebruiken?
Snelheid is steeds v = Δs/Δt en in het limietgeval (snelheid op een bepaald tijdstip) is het de raaklijn aan de s,t kromme.
Uit je metingen is vast de s en t in grafiek uit te zetten. De snelheid v kun je dan voor een aantal punten bepalen via een raaklijn en tussen die punten een vloeiende kromme te tekenen...
Snelheid is steeds v = Δs/Δt en in het limietgeval (snelheid op een bepaald tijdstip) is het de raaklijn aan de s,t kromme.
Uit je metingen is vast de s en t in grafiek uit te zetten. De snelheid v kun je dan voor een aantal punten bepalen via een raaklijn en tussen die punten een vloeiende kromme te tekenen...