begrip middelpuntzoekende kracht
Mascha stelde deze vraag op 22 april 2017 om 22:11.Goedenavond,
Bij het doornemen van de stof voor het CE blijkt dat bij het onderdeel middelpuntzoekende kracht mijn kennis toch tekort schiet. Sommige dingen lijken voor mij niet te kloppen, dus ik probeer uit te leggen wat ik precies niet snap aan de hand van twee opgaven. Zou u dan deze dingen kunnen ophelderen voor mij?
Alvast erg bedankt!!
Ik liep in de problemen bij onderstaand vraagstuk uit het examen vwo 1990-2.
Het gaat over een achtbaan met een looping.
Op een bepaald tijdstip bevindt de trein zich in punt P. Op dat tijdstip werken enkele krachten op de trein. In figuur 7 zijn alleen de zwaartekracht en de wrijvingskracht getekend. In deze figuur zijn nog 5 andere pijlen aangegeven.
Leg uit welke van deze pijlen de richting van de resulterende kracht op de trein in punt P kan weergeven.
Het antwoord is vector 2, maar als ik de normaalkracht Fn (in tegengestelde richting van vector 5) teken en dan met de parallellogrammethode Fz+Fw+Fn teken, krijg ik een vector die een richting heeft die tussen vector 1 en Fw in ligt.. Wat doe ik hier fout?
Als laatst deze opgave uit de natuurkunde olympiade 2016.
Een speelgoedautootje (zonder motor) komt met een bepaalde snelheid aanrijden, gaat door een looping en rijdt daarna verder. De wrijving is verwaarloosbaar.
In welk van de drie aangegeven plaatsen is de middelpuntzoekende kracht op het autootje het grootst?
A Op halve hoogte (in punt A).
B Bovenin (in punt B).
C Bijna beneden (in punt C).
D Die is in de drie aangegeven plaatsen even groot.
Het lijkt mij dat de middelpuntzoekende kracht overal even groot is, maar het antwoord is in punt C..
Ging ik dit opzoeken, kom ik op onderstaand plaatje, dat het alleen maar nog verwarrender maakt :(
De zwaartekracht en normaalkracht werken op het karretje en deze zorgen voor een resultante kracht. Deze werkt is altijd naar de binnenkant van de cirkel gericht, maar die resultante kracht moet toch gelijk zijn aan de middelpuntzoekende kracht?
(Ander verhaal: waarom verandert de normaalkracht telkens van grootte? Hoe kan je dit berekenen?)