Vraagstukken over weerstand en verbruikte energie

cherine.b stelde deze vraag op 17 januari 2017 om 18:00.
Hallo,
Ik zat te leren voor een toets(3h) en ik kwam een vraag tegen.
Want ik vind weerstanden en vervangingsweerstanden best lastig en ook met de energie dus kWh,kan iemand het misschien uitleggen of een opdracht verzinnen. Want ik weet er echt geen raad meer mee 

Reacties

Jan van de Velde op 17 januari 2017 om 18:12
Dag Cherine.b,

als het goed is staat je (werk)boek vol met oefeningen. 

cherine.b plaatste:

 ik kwam een vraag tegen.


type hem hier eens letterlijk uit, en probeer eens uit te leggen waar je op vastloopt.

Groet, Jan
cherine.b op 17 januari 2017 om 19:08

Jan van de Velde plaatste:

Dag Cherine.b,

als het goed is staat je (werk)boek vol met oefeningen. 

cherine.b plaatste:

 ik kwam een vraag tegen.


type hem hier eens letterlijk uit, en probeer eens uit te leggen waar je op vastloopt.

Groet, Jan
Is goed it is de opdracht:
Een weerstandje van 60 ohm een van 40 ohm en een onbekend weerstandje R worden parallel geschakeld.De tot. weerstand is 15 ohm.Bereken de waarde van R.

Want er is geloof ik een verschil tussen parallel en serie,als je ze optelt, met breuken.
Jan van de Velde op 17 januari 2017 om 19:38
parallel betekent inderdaad de parallelformule.

die leer je uit je hoofd, en dat kan iedereen. 

dan noteer je hem:



en dan vul je de bekende waarden in, op de juiste plaatsen:




de rest is wiskunde.
Is dat nog een probleem?

groet, jan
cherine.b op 17 januari 2017 om 20:19
Ik snap dan alleen niet hoe je dit precies berekent, je moet dan toch eerst 1/60 +1/40 en dan van het antw. de teller en noemer omdraaien...
gr
Theo de Klerk op 17 januari 2017 om 20:42
1/60 + 1/40 tel je op. Dat trek je daarna van de 1/15 af, zodat 1/?? daaraan gelijk moet zijn. Dan kun je beide kanten "omdraaien" zodat er staat ?? = ..

Dat is een beetje wiskunde dat lijkt op   z = x + y + ?? waarbij z, x en y bekende getallen zijn.

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Ariane heeft zevenentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

Antwoord: (vul een getal in)