De algemene gaswet voor elk ideaal gas luidt:

p.V = n.R.T

waarin p de druk, R de gasconstante en n het aantal mol-en is (= massa van N_A moleculen. Voor water H₂O = 2xH +1xO = 2x1+1x16 =18 gram).

Voor het luchtmengsel is

p_L = n_L.R.T/V

Voor de erin "opgeloste" waterdamp:

p_W = n_W.R.T/V

De waarden van R, T en V zijn voor het mengsel hetzelfde. Je mag de partiele drukken van de gassen optellen (in  ideaal geval "ziet" geen enkel molecuul een ander molecuul en gedraagt zich alsof het er alleen is)

p_L + p_W = (n_L+n_W) RT/V  = n_mengsel . RT/V

Je kunt uit deze formules p_W isoleren en als functie van het totaal en n_L schrijven en dan krijg je waar je naar op zoek bent.

Wat ik vergat te melden is dat als  a + b = som dat dan de bijdrage van a natuurlijk het (a/som) -de gedeelte van het geheel is (= a/(a+b)-de gedeelte. Immers  a/(a+b)   * (a+b) = a )

Dus voor partiele drukken geldt dat p_W + p_L = p ofwel het gedeelte (partitie) waarvoor waterdamp verantwoordelijk is, is het

p_W /(p_W + p_L) -de gedeelte

Voor de juiste getallen moet je alleen nog weten hoeveel mol-en water en hoeveel mol-en lucht (lucht is eigenlijk geen molecuul want het bestaat uit vooral stikstof en zuurstof in vaste onderlinge verhouding)

Het eindgedeelte van je eerste reactie valt goed te volgen. Maar met dit gedeelte heb ik echt wat moeite mee (ik krijg het verband bij deze afleiding gewoon niet door)

"Wat ik vergat te melden is dat als a + b = som dat dan de bijdrage van a natuurlijk het (a/som) -de gedeelte van het geheel is (= a/(a+b)-de gedeelte. Immers a/(a+b) * (a+b) = a )"

pL + pW = (nL+nW) RT/V = nmengsel . RT/V

pW = (nmengsel.RT/V) - pL

Hoe kom ik nu bij de vorm pw/(pw+pl) = x / (x+0,622)?

John, 20 feb 2011

Immers a/(a+b) * (a+b) = a )"

pL + pW = (nL+nW) RT/V = nmengsel . RT/V

pW = (nmengsel.RT/V) - pL

Hoe kom ik nu bij de vorm pw/(pw+pl) = x / (x+0,622)?

Je berekening is correct, maar je kunt het ook als deel-van-het-geheel zien:

pL + pW = (nL+nW) RT/V = geheel

pL = pL/(pL+pW) . geheel = pL/(pL+pW) . (nL+nW)RT/V

Waar op zich je 0.662 vandaan komt weet ik niet: dat is geheel bepaald door het aantal molen "lucht" (N₂ en O₂) en molen waterdamp.  Wat ik in de eerste reactie probeerde te stellen is dat R een constante is die niet afhankelijk is van welk gas of deelgas ook. Die variatie die je in RL/RW stopt is er niet - dat zit in de n_L/n_W verhouding.