Reacties
Jan van de Velde
op
19 februari 2015 om 19:54
dag Baas,
En wat is je vraag of probleem?
Groet, Jan
En wat is je vraag of probleem?
Groet, Jan
Baas
op
23 februari 2015 om 12:03
Jan van de Velde plaatste:
dag Baas,En wat is je vraag of probleem?
Groet, Jan
Beste Jan,
Eigenlijk de hele opzet, Ik heb geen idee wat mijn plan van aanpak zou moeten zijn. Een mogelijkheid zou natuurlijk zijn mijn gewicht meten voor- en na de sprint, maar dat zal waarschijnlijk niet meetbaar zijn.
groet
Theo de Klerk
op
23 februari 2015 om 12:58
Waarom zou je het gewichtsverschil gaan meten?
Wat je je als eerste zou moeten afvragen is WAT je nu eigenlijk wilt meten. Rendement? Hoe definieer je dat in deze situatie? Welke kenmerken bepalen het rendement? Als je die kunt meten en de relatie tussen wat eruit komt en wat erin gaat, dan heeft een rendementsberekening zin.
Momenteel klinkt het als "ik moet wat, maar weet niet wat".
Wat je je als eerste zou moeten afvragen is WAT je nu eigenlijk wilt meten. Rendement? Hoe definieer je dat in deze situatie? Welke kenmerken bepalen het rendement? Als je die kunt meten en de relatie tussen wat eruit komt en wat erin gaat, dan heeft een rendementsberekening zin.
Momenteel klinkt het als "ik moet wat, maar weet niet wat".
Baas
op
24 februari 2015 om 07:12
Theo de Klerk plaatste:
Waarom zou je het gewichtsverschil gaan meten?Wat je je als eerste zou moeten afvragen is WAT je nu eigenlijk wilt meten. Rendement? Hoe definieer je dat in deze situatie? Welke kenmerken bepalen het rendement? Als je die kunt meten en de relatie tussen wat eruit komt en wat erin gaat, dan heeft een rendementsberekening zin.
Momenteel klinkt het als "ik moet wat, maar weet niet wat".
Jan van de Velde
op
24 februari 2015 om 08:21
En dat gaat niet meevallen. Voor langduriger experimenten doen ze dat bijvoorbeeld door zuurstofverbruik te meten, dat is redelijk nauw gerelateerd aan energieverbruik. Als je dat dan ook nog doet voor iemand die op een fiets op een rollerbaan zit, zodat je de nuttig geleverde energie redelijk nauwkeurig kunt meten, dan zou je aardig in de buurt kunnen komen.
Maar een sprintje trekken van 30 m kun je desnoods nog zónder te ademen, dus dat zuurstofverbruik over die 30 m wordt al heel onnauwkeurig, en het nuttige verbruik voor een 30 m sprint wordt ook al een behoorlijk arbitraire bepaling. Twee onvermijdelijke meetfouten, die op een fietstochtje van 30 minuten procentueel niet zoveel uitmaken, maar op een sprintje van pakweg 10 seconden tot zinloze uitkomsten móeten leiden. Ook al zou je allerlei dure meetapparatuur te pakken kunnen krijgen.
Groet, Jan
Maar een sprintje trekken van 30 m kun je desnoods nog zónder te ademen, dus dat zuurstofverbruik over die 30 m wordt al heel onnauwkeurig, en het nuttige verbruik voor een 30 m sprint wordt ook al een behoorlijk arbitraire bepaling. Twee onvermijdelijke meetfouten, die op een fietstochtje van 30 minuten procentueel niet zoveel uitmaken, maar op een sprintje van pakweg 10 seconden tot zinloze uitkomsten móeten leiden. Ook al zou je allerlei dure meetapparatuur te pakken kunnen krijgen.
Groet, Jan
Baas
op
24 februari 2015 om 09:04
Dankjewel Jan,
Ik zal overwegen een langere afstand te lopen
groet Baas
Ik zal overwegen een langere afstand te lopen
groet Baas
Theo de Klerk
op
24 februari 2015 om 09:26
Als je Jans opmerking goed leest moet dat wel veel langer worden. Misschien nog eens even terug naar de kernvraag: hoe meet je inname van energie en hoe het gebruik ervan?
Baas
op
27 februari 2015 om 15:07
Dat is juist het probleem. Ik weet niet hoe ik dat zou moeten doen.
Jan van de Velde
op
27 februari 2015 om 17:29
En het probleem is dan dat wij dat, onder dit soort moeilijk controleerbare en meetbare omstandigheden ook niet zouden weten. Zoals ik in mijn bericht van 24 februari 08:21 al schreef, onder labomstandigheden en met de juiste apparatuur kom je een heel eind. Ook een duurloop op een lopende band, naast apparatuur die zuurstofverbruik kan meten kan ik mij nog wat bij voorstellen, al wordt dan meer dan op de fiets de vraag wat je onder nuttige energie moet verstaan, of althans onder energie die onmisbaar is om de beweging in stand te houden. Want natuurkundig kost het al helemaal geen energie om met constante snelheid te bewegen. Op een fietsrollerbaan kun je weerstand, en de arbeid die daarvoor nodig is, simuleren. Hoe doe je dat voor een loper?? Geen idee.
Misschien eens contact opnemen met een afdeling biodynamica van een universiteit?
Misschien eens contact opnemen met een afdeling biodynamica van een universiteit?
Theo de Klerk
op
27 februari 2015 om 17:55
Een havo groep die dit onderwerp adresseerde (invloed van sportdrankjes op prestaties) in een PWS heeft hiervoor contact gezocht met de staf van een medisch sportcentrum en daar op henzelf meetwaarden laten bepalen uit bloedonderzoekjes. Heeft veel tijd en bereidwilligheid van de staf gekost.
Baas
op
03 maart 2015 om 19:26
Ontzettend bedankt voor de moeite, Theo en Jan!